georiënteerd dat de West-Europese zenders zo goed mogelijk
ontvangen zullen worden. Voor enkele vergelegen zendstations,
Tokio, Moskou, Wellington en Belconnen werd de gunstigste
periode van ontvangst vooruit berekend (litt. nr. 6)
4. de maanpositie, door de maan met omringende sterren te foto
graferen en gelijktijdig de klok-tijd te registreren.
Instrumenten: een ruim vier meter lange kijker met, op het
oculair-uiteinde gemonteerd, een „Markowitz"-maanpositie-
camera. Met het oog op een scherpe afbeelding worden gedurende
de belichtingstijd van 20 secunden de fotografische plaat en
een planparallel filter, waardoor het licht van de maan passeert,
met de instelbare juiste snelheid en richting verschoven resp.
gedraaid door middel van twee kleine elektromotoren;
1 t|m 4. Instrumenten: drie Airmec kwartsklokken lopende volgens
middelbare tijd. „Output": 10.000, 1000, 50, resp. 1 impulsen
per secunde. Twee van de klokken leveren bovendien recht
hoekige secunde-impulsen voor de tijdsein-oscillograaf en een
intermitterende spanning, 0,25 sec „aan", 0,25 sec „uit", voor
de synchronisatie van de Belin-chronograaf. De energie werd
ontleend aan het elektriciteitsnet van de C.P.I.M. Voor een goed
functioneren van de klokken was het noodzakelijk de spannings
variaties te onderdrukken door middel van een stabilisator
tussen net en klokken.
In de 17 maanden dat het station heeft gewerkt, is de stroom
helaas driemaal onderbroken. Via het WWV-tijdsein konden
de klokaanwijzingen vóór en na de onderbreking echter met
voldoende zekerheid met elkaar in verband worden gebracht.
Verder trad nu en dan een kleine storing in één der klokken op,
in welk geval dus slechts twee van de drie functioneerden.
Enkele kleine sprongen van gehele aantallen honderdste
secunden konden gemakkelijk worden gelokaliseerd en waren
onschadelijk.
Een Belin-chronograaf en sedert mei 1958 bovendien een
Omega-chronograaf. Beide zijn drukchronografen die honderdste
delen van een secunde registrerenmillisecunden kunnen worden
geschat.
De kwartsklokken, chronografen, radio-ontvangers, tijdsein-
oscillograaf en versterkers waren opgesteld in een ruimte met
nauwkeurige temperatuurregeling: 20° C 0,5° C.
4. Aantal waarnemingen
Het aantal sterprogramma's, elk bevattende 10 sterren, gemeten
met het meridiaandoorgangsinstrument is 167. Het grootste deel
hiervan werd waargenomen in de eerste negen maanden; daarna
werd minder met dit instrument gewerkt om tijd vrij te krijgen
voor metingen met het prisma-astrolabium, dat toonde een aan
merkelijk hogere inwendige en vooral ook uitwendige nauwkeurig
heid te leveren.
147