De getalwaarden van de grootheden x, y en A7's, geëxtrapoleerd
uit gegevens van voorgaande jaren, werden regelmatig van het
Bureau International de l'Heure te Parijs ontvangen.
De aldus gecorrigeerde klokcorrecties worden op millimeter
papier als ordinaat uitgezet tegenover de Universele Tijd als abscis,
waarna door de verkregen puntenreeks een goed passende vloeiende
-gewoonlijk rechte lijn wordt getrokken. Deze interpolatielijn
is dan een grafische voorstelling van de klokcorrectie, waarvan
men aanneemt dat ze inderdaad een vloeiend verloop heeft. De
afwijkingen, aangeduid met de letter e, van de punten ten opzichte
van die lijn geven een indruk van de nauwkeurigheid der waar
nemingen. Zij zijn voor de meridiaanmetingen voorgesteld in
fig. i en 2 en voor de astrolabiummetingen in fig. 3 en 4.
De radio tijdseinen worden niet in eerste aanleg waargenomen om
de klokcorrectie tot Universele Tijd (U.T.) te bepalen, maar veeleer
is het omgekeerde het geval. Uit de kloktijd van ontvangst berekent
men door de bekende klokcorrectie tot plaatselijke tijd en een aan
genomen benaderde waarde voor de geografische lengte van het
station in rekening te brengen, de semi-definitieve U.T. van ont
vangst van het tijdsein.
Deze gegevens worden gezonden naar het Bureau International
de l'Heure te Parijs dat hiervoor gedurende het Internationaal
Geofysisch Jaar als centrale is aangewezen. Daar worden ze na
reductie tot de semi-definitieve U.T. van uitzending (reductie
voor voortplantingssnelheid van radiogolven), vergeleken met
soortgelijke gegevens geleverd door de vaste observatoria van de
Internationale Tijddienst.
i5i
.60
.50
40
30
20
10
- 0
-10
-20
-30
-40
-50
Fig. 4 Tijdbepoling uit Gelijke SterhoogtenAfwijkingen e in millisecunden.
mei juni juli oug. sept. okt. nov. dec.
juni juli aug.
o waarnemer ir.J.Rolff.
ir.A.C.Scheepmaker.