eniging voor Kadaster en Landmeetkunde in september 1932. Hij
toonde aan, dat het Kadaster ook in rechtskwesties over grenzen
voortdurend aan waarde won en hij sprak als zijn overtuiging uit,
dat het vertrouwen in het kadaster meer en meer zou groeien,
omdat men wist, dat daar mensen de opmetingen verichtten,
die een goede opleiding hadden genoten op hun speciale gebied
en ook een behoorlijk inzicht hadden in de juridische kwesties, die
met de grenzen samenhingen. Hij moest een verdere actie voor de
wet op de grensregeling sterk ontraden. Hoewel iets gematigder,
adviseerde C. J. Kluvers in zijn rede gehouden op 20 juni 1932 te
Wageningen in dezelfde geest met de slagzinAls het niet kan zoals
het moet, dan moet het maar zoals het kan!
In deze stemming vierde ,,K en L" in 1934 haar vijftigjarig
bestaan: Oriëntering op de waarde van het bestaande met grote
belangstelling voor nieuwe werkmethoden.
De crisis voor de tweede wereldoorlog bracht mee, dat het streven
naar grote hervormingen geen zin had; jonge vakgenoten moesten
zelfs in wanhoop vechten voor het scheppen van een bestaansmo
gelijkheid. Het organisatie-leven gaf uiting aan deze stromingen:
In 1932 ontstond de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie,
in 1933 werd de Vereniging van Civiel-landmeters gesticht, en
in 1936 had een samenbundeling plaats van verschillende landmeet
kundige organisaties in de Nederlandse Landmeetkundige Fede
ratie. Deze Federatie wist al gauw haar bestaansrecht te bewijzen
door het organiseren van congressen en studiedagen; de weten
schappelijke problemen konden hier in ruimer verband beter tot hun
recht komen, dan in de afzonderlijke verenigingen.
Het districtenstelsel, waarvan Jongedijk in zijn meergenoemd
artikel reeds het einde aankondigde, werd inderdaad in 1935 de
finitief vervangen door de instelling van de bureaus.
Hoewel niet te ontkennen valt, dat hiermede wel eens pijnlijke
verhoudingen werden geschapen, mag naderhand toch geconstateerd
worden, dat deze nieuwe vorm van organisatie vrij gauw is ge
accepteerd; de enorme uitbreiding van de administratieve romp
slomp zou thans zelfs moeilijk de oude indeling dulden.
In de eerste oorlogsjaren werd het verenigingsleven slechts met
moeite op gang gehouden en toen de eis gesteld werd, dat de Ver
eniging voor Kadaster en Landmeetkunde moest opgaan in het
Nederlands Arbeidsfront, een instelling van de bezetter, heeft
het toenmalige bestuur met instemming van bijna alle leden de
lichten gedoofd.
Slechts een spaarzaam contact tussen de vakgenoten kon worden
onderhouden via de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie
en de Nederlandse Landmeetkundige Federatie, welke organisaties
nog geduld werden, omdat zij geen vakbelangen behartigden.
Doch hoe laaide het vuur na de bange oorlogsjaren weer op!
Forse ideeën werden van verschillende kanten geuit en zeer uit
eenlopende voorstellen omtrent reorganisatie van het dienstvak
214