2l6
voelden zich geroepen lange redevoeringen aan het kadaster te
wijden waarin werd aangedrongen op reorganisatie van de dienst en
uitbreiding van het personeel. De Minister nam drastische maat
regelen om zoveel mogelijk jonge tekenaars op te leiden, terwijl
voor de velddienst de nieuwe rang van technisch ambtenaar werd
ingevoerd.
Deze personeelsproblemen brachten ook in de Vereniging voor
Kadaster en Landmeetkunde de nodige spanningen, waarvan de
besprekingen rondom het rapport van de Commissie-GREVE in iqss
wel getuigden.
Deze commissie had tot opdracht de vereniging voor te lichten
over de gewenste personeelsformatie van de landmeetkundige dienst
van het kadaster. Zij heeft haar taak zeer serieus opgevat en in
haar voorstudies beschouwingen geleverd over de doelstelling van
het Kadaster, over organisatie en personeelsbezetting van land
meetkundige diensten in binnen- en buitenland. Zij deed tenslotte
voorstellen over de recrutering, opleiding en rangindeling van het
personeel. 'Hoewel de algemene vergadering de eindconclusie niet
geheel kon onderschrijven, behoudt ook dit rapport een grote
waarde voor ieder, die geroepen wordt zich in het kadastrale
vraagstuk te verdiepen.
Ondertussen was bij de wet van 5 november 1948 de landmeters
opleiding, die sedert 1936 aan de Technische Hogeschool te Delft
plaats vond, in een volledige ingenieursstudie omgezet, waar
mede een hartewens van vele leden van K. en L. in vervulling ging.
De naam van Prof. J. M. Tienstra, die zich op velerlei gebied in
de landmeetkunde als een groot promotor heeft getoond, moet hier
nog eens met dankbaarheid worden genoemd.
De hervormingen en grote plannen waren echter voor de volksver
tegenwoordiging niet voldoende. Enkele jaren achtereen herhaalde
zich de critiek en tenslotte kwam de Minister hieraan tegemoet
door de instelling van een Staatscommissie, die tot taak kreeg te
adviseren over de maatschappelijke functie, die het Kadaster
dient te vervullen en eventueel een wettelijke regeling betreffende
het kadaster te ontwerpen. Deze commissie kreeg een zeer brede
samenstelling, de leden zullen op zeer verschillende wijzen de
kadastrale problemen kunnen benaderen. Zij heeft haar werkzaam
heden aangevangen onder voorzitterschap van Dr. M. J. Prinsen,
commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland.
Verwacht mag worden, dat aan de rapporten van de laatste K. en
L.-commissies, waarin vele aspecten van het kadastrale vraagstuk
werden belicht, niet stilzwijgend voorbij wordt gegaan.
Aan speculaties omtrent de resultaten van het werk van de Staats
commissie mogen wij ons niet wagen; wel is te hopen, dat bij de
beoordeling van de betekenis van het kadaster de bevordering van
de zekerheid van de rechten op de grond primair zal worden ge
steld en ik mag eindigen in de overtuiging, dat de harten van
alle K. en L.-leden vol verwachting kloppen omtrent de reorgani-