ervaringen met de moderne hulpmiddelen, het bevorderen van het contact van hen, die de geodesie beoefenen, passen in de doel stellingen van de N.L.F. In 1913 werd aan de doelstelling van de vereniging een 2e lid toegevoegd: „het bevorderen van de algemene belangen der leden". Het was enigszins schoorvoetend, dat deze aanvulling in de statuten is opgenomen. Het karakter van een zuiver wetenschappelijke vereniging werd hierdoor aangetast. Er waren stemmen, die ge tuigden van de verwachting, dat dit wel niet direct het einde van de vereniging zou betekenen, maar wel een gevaar van ondermijning van de wetenschappelijke doelstelling zou inhouden. Gelukkig hebben de daarna volgende jaren bewezen, dat deze voorspellingen niet bewaarheid zijn. Het is gebleken dat juist aan de vakverenigingen in de gecom pliceerde verhoudingen van werkgever en werknemer, i.e. van overheid en ambtenaar, een belangrijke rol is toebedeeld. Vele jaren heeft de vereniging geijverd voor verbetering van de opleiding en verbetering van de positie en salariëring van de landmeter van het kadaster. In beide opzichten hebben wij resultaten gezien. De academische opleiding van de civiel-landmeter ving in 1918 aan en werd in 1948 omgezet in de volledige ingenieurs-opleiding. Ongeveer hiermede samenvallend vond de gelijkschakeling van salariëring van land meters en ingenieurs plaats. In ruim 40 jaren zijn dit belangrijke verbeteringen, maar deze veranderingen gingen gepaard met een principiële wijziging van het werk van de landmeter. Het meten in het terrein zal langzamerhand niet door hem, maar onder zijn leiding geschieden. De toekomstige ingenieur zal een zuiver leiding gevende taak hebben en veel van de bekoring van het werk te velde zal verloren gaan. Evenwel zal het leidinggeven aan de middelbare ambtenaren, zowel de technische als landmeetkundige ambte naren, hem grote voldoening schenken. In deze ontwikkeling zullen ook de belangen van de landmeters telkenmale in het geding komen en zal de behartiging daarvan een taak van de vereniging blijven. Hierbij kan een vereniging van vakgenoten slechts de meer specifieke, op hen gerichte belangen behartigen. De algemene belangen van de groep van hogere ambtenaren kunnen alleen via een federatie worden gediend. Dit heeft er toe geleid dat een groot aantal verenigingen van hogere ambtenaren zich hebben aange sloten tot een centrale, thans geheten de Centrale van Hogere Ambtenaren. In deze jaren waarin vooral het getal van groot belang is, dienen de hogere ambtenaren hun belangen toe te vertrouwen aan één centrale. Op deze wijze kan worden bereikt dat in het overleg van overheid en ambtenaar, het zozeer gewenste eigen overleg van regering en hogere ambtenaar wordt verkregen. Via de kanalen 220

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 18