in de toekomst veel veranderingen en dus veel metingen (vaak in samenwerking met andere landmeetkundige diensten) te ver wachten. De aanwezigheid van nieuwe kaarten kan hierbij van zeer grote betekenis zijn. Wil de vernieuwingssector deze niet geringe taak tot een goed einde brengen, dan zal bij het vernieuwingswerk de fotogrammetrie een grote rol dienen te spelen. De ontwikkeling van de fotogrammetrie heeft een dusdanig peil bereikt, dat heel veel vernieuwingswerk langs fotogrammetrische weg tot stand kan komen. Was het tot nu toe gewoonte om bij vernieuwingswerk in de eerste plaats aan terrestrische meting te denken, thans dient eerst onderzocht te worden of fotogrammetrische meting mogelijk is. Pas als dit onmogelijk is dient men zijn toevlucht te nemen tot terrestrische meting. Ook de bijhoudingsdienst kan soms heel goed gebruik maken van de fotogrammetrische methode. Samenwerking van de kadastrale landmeetkundige dienst met de daarvoor in aanmerking komende andere landmeetkundige diensten kan, mits deze samenwerking efficiënt wordt uitgevoerd, zeer doel treffend werken. Er dient o.m. naar gestreefd te worden dat alle metingen op dezelfde grondslag worden uitgevoerd en dat dubbele meting wordt voorkomen. Indien op de boven aangegeven wijze door de bij houdingssector en de vernieuwingssector kan worden gewerkt, dan zal bereikt worden, dat regelmatig over het gehele land nieuwe kaarten en goede kadastrale gegevens ontstaan. Dat dit voor alle gebruikers grote voordelen zal opleveren is duidelijk. Tevens is dan bereikt dat de opzet, de uitvoering en de afwerking van de bijhoudingsmetingen eenvoudiger geworden is. En dit heeft weer gevolgen voor de personeelsformatie, zowel bij de bijhoudings- als bij de vernieuwings sector. Door het eenvoudiger worden van de bijhoudingsmetingen kunnen nl. steeds meer van deze metingen door de technische ambtenaren van de landmeters overgenomen worden. Daardoor kan weer een groter aantal landmeters ingezet worden voor het vernieuwingswerk, met als resultaat dat in een steeds hoger tempo nieuwe kaarten tot stand komen. In ieder geval dient er naar gestreefd te worden, dat een zo groot mogelijk aantal landmeters bij het vernieuwingswerk wordt ingeschakeld om de vele technische, juridische en administratieve moeilijkheden die aan dit werk kleven te kunnen aanpakken en tot oplossing te brengen. Bij de viering van het 75-jarig bestaan van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde lijkt het ideaal: vernieuwing van alle kadastrale kaarten en de daarmede gepaard gaande verbetering van de kadastrale gegevens verder verwijderd dan ooit. Sinds kort staat het vernieuwingswerk praktisch stil en is de afdoening van gb-posten bijna geheel verboden. Alleen het meten^ en toepassen van ga-posten moet versneld worden uitgevoerd. Datj betekent nog meer slechte kaarten en nog meer onbetrouwbare gegevens. En dit alles ondanks het feit dat de vereniging sinds haar oprichting steeds voor een algehele vernieuwing heeft geijverd. Heeft niet kort na de 225

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 23