Gelukkig staan hier voldoende gevallen tegenover die bewijzen,
dat een zeer prettige verhouding zonder meer te bereiken is.
Er is één zaak, die hiertoe voor beide partijen veruit op de
voorgrond dient te staan: het zo efficiënt mogelijk uitvoeren van het
werk dat ons allen zo na aan het hart ligt.
Met dit doel voor ogen worden in enkele provincies periodiek
stafbesprekingen gehouden tussen de beide diensten, waar open
hartig eventueel gerezen moeilijkheden worden uitgesproken.
Hierdoor wordt onder meer bereikt, dat de werkzaamheden beter
gecoördineerd kunnen worden dan voorheen. Mede door deze
besprekingen wordt de zo onontbeerlijke teamgeest op een doel
treffende wijze ontwikkeld.
Is de taak van de kadastrale Ruilverkavelingsdienst in wezen
gelijk gebleven, met de omvang van het werk is dit bepaald niet het
geval. Grote gedeelten van dorpskernen worden in enkele blokken
opgenomen. Het verwerken van schatting, pachtregistratie en
schaderegelingen kost veel tijd. Door sanering, boerderijbouw en
toewijzing van kavels aan openbare lichamen is de kavelindeling
meer tijdrovend.
En dit alles in blokken die enige malen groter zijn dan vroeger.
Enkele cijfers:
Gemiddelde grootte in de tijd van 1924-1945734 ha.
Van 1950-1955 was deze 1606 ha en over het jaar 1958 2312 ha.
Zoals hierboven reeds gezegd, de reactie op deze problemen is
niet uitgebleven. De fotogrammetrie bewijst onschatbare diensten.
Voor de trapsgewijze ontwikkeling, die van kaarteerblad tot nieuw
bijblad leidt, zijn methoden ontwikkeld, die de mechanische
reproduktie tot het uiterste benutten. Gezocht wordt voorts naar
de beste werkwijze om ook een groot gedeelte van de administratie
langs mechanische weg te doen geschieden.
Ook de structuur van de personeelsbezetting is niet onberoerd
gebleven. Het is voor de landmeter-deskundige nu reeds niet meer
mogelijk zich met alle details in zijn verkavelingen bezig te houden.
Het is trouwens evenmin doelmatig.
Wanneer het streven blijft gehandhaafd om minstens 35000 ha per
jaar af te werken, dan zal de landmeter-deskundige zich slechts vol
ledig kunnen concentreren op zijn vele problemen, wanneer hij niet
meer zo veel tijd behoeft te besteden aan werk, dat aan middelbare
krachten overgelaten kan worden.
De technisch ambtenaar heeft reeds zijn intrede in de dienst
gedaan. Zeker in grotere blokken zal hij naar mijn mening een on
misbare figuur blijken te zijn.
Zo heeft dan de ruilverkaveling nieuwe stijl haar plaats als
belangrijk onderdeel van de ruimtelijke ordening in ons land ge
vonden. De grotere oppervlakten, die in het werk betrokken worden,
bieden het voordeel, dat meer mogelijkheden aanwezig zijn om tot
een economisch en waterstaatkundig verantwoord geheel te komen.
De nadelen, verbonden aan deze methode mogen echter niet
230