op het terrein) dan wordt de zaak anders. De landmeter komt op het
terrein en wil het verkochte opmeten en afzonderlijk nummeren.
Het blijkt soms, dat er nooit palen hebben gestaan en partijen
weten eigenlijk niet goed van waaruit de 20 m breedte langs de weg
die volgens de akte is verkocht, moet worden gemeten. Soms is het
nu voor het eerst, dat men eens nauwkeurig op het terrein de zaak
in ogenschouw neemt. De landmeter doet al zijn best partijen te
bewegen, dat zij hem eensgezind de grens van het verkochte aan
wijzen; hij meet deze op en het door hem gevormde nieuwe nummer
wordt in de kadastrale boekhouding op naam van verkoper gesteld.
Partijen zijn tevreden en bij latere verkoop of bezwaring kan het
perceel met zijn kadastraal kenmerk worden aangeduid.
Iedereen kan bij het kadaster nagaan hoe de begrenzing is tot
stand gekomen en het zou toch dwaasheid zijn, later nog de ge
legenheid te geven deze aanwijzing en opmeting door middel van
een proces aan te tasten. Dit geldt zowel voor geval a) als voor
geval b). Maar na vele jaren probeert wel eens een eigenaar die daar
voordeel in ziet, iets uit de wellicht slordige redactie van een akte
te halen, wat partijen bij die akte er nooit in hebben willen leggen.
In zijn artikel „Publiciteit en specialiteit" (W.P.N.R. 4527 en
4528) werpt Mr. Nakken allerlei vragen op, die met het boven
staande verband houden, doch waarop hij weinig concrete ant
woorden geeft.
Uitgaande van zijn stelling: Door de overschrijving van een
transportakte wordt een aanspraak gepretendeerd 5 van het
artikel), dient deze aanspraak behoorlijk geformuleerd in de akte
te staan en mag men in het algemeen aannemen, dat deze wordt
bepaald door het vermelde kadastrale nummer, wanneer althans
geen tegenstrijdige „nadere omschrijving" is opgenomen. De nadere
omschrijving in de akte kan nooit zover gaan, dat zij iedere twijfel
uitsluit omtrent wat het object is van de rechtshandeling, die in
de akte wordt vervat. Slechts het bijvoegen van een duidelijke
luchtfoto van de grond in kwestie zou hier uitkomst kunnen bieden.
Het is niet een wensdroom van geodetisch-ingenieurs te stellen,
dat in het algemeen partijen stilzwijgend het kadastrale nummer tot
onderwerp van hun overeenkomst hebben gemaakt. Wil men dit
niet, dan dienen partijen dit aan hun notaris mede te delen en dan
behoort verifiëring van de kadastrale grenzen vóór het opmaken
van de akte te worden gevraagd. Slechts dan is een nauwkeurige
boekhouding te verkrijgen. Er dient een stapje verder te worden
gegaande legger, die zoals hierboven werd geconstateerd, algemeen
wordt aanvaard als een register dat een betrouwbaar beeld van
de rechtstoestand van grondpercelen geeft, moet van de wet een
steun in de rug krijgen. Behave verplichte zorg voor afpaling door de
grondeigenaars zou bij een wet een vermoeden omtrent het samen
vallen van de kadastrale grens met de rechtsgrens kunnen worden
geschapen (voorlopig natuurlijk alleen voor die gebieden waarvoor
alleszins betrouwbare kadastrale gegevens bestaan).
253