258
Er kwam behoefte aan goede kaarten voor het ontwerpen en
beheren van technische werken, waardoor de Meetkundige dienst
van de Rijkswaterstaat, de Landmeetkundige dienst van de
Nederlandse Spoorwegen en gemeentelijke landmeetkundige
diensten werden opgericht. Voor cultuurtechnische werken ont
stonden bij de Cultuurmaatschappijen, de Grondmaatschappij en de
Nederlandsche Heidemaatschappij, landmeetkundige diensten en
particuliere instellingen kunnen bij het particuliere Bureau Van
Steenis terecht.
Meermalen is de vraag gesteld, of het wel nodig geweest is, dat
deze diensten buiten het kadaster werden opgericht. Het kadaster
bezat immers tot dan toe het monopolie van de landmeetkunde in
Nederland en kon toch zeer wel in staat worden geacht goede
kaarten te leveren. Zonder hierop diep in te gaan moet worden
opgemerkt, dat het doel van de Dienst voor B.L.W. is het ver
vaardigen van goede kadastrale kaarten, terwijl de diensten buiten
het kadaster in de regel kaarten voor technische of cultuurtech
nische werken moeten leveren, waarop afbeeldingen van de topo
grafie en dikwijls van hoogtelijnen zeer belangrijk is.
Vroeg of laat is het van belang, dat op deze kaarten voor tech
nische of cultuurtechnische werken het juiste verband tussen de
grenzen der eigendommen en de topografische details wordt voor
gesteld. Deze afbeelding op de kaarten van de begrenzingen van de
grondeigendommen is ook in economisch opzicht van het grootste
belang in verband met het aankopen van gronden.
Daar de kadastrale archieven vele gegevens bevatten betreffende
de grondeigendom en deze gegevens door een deskundige moeten
worden gehanteerd, is het duidelijk, dat de landmeter van het
kadaster ingeschakeld wordt. Aan de andere kant heeft de kada
strale dienst belang bij een goede kaart, waarop mutaties in de
grondeigendom worden afgebeeld, terwijl dit tevens het voorkomen
van dubbele meting betekent.
Het doel, het vervaardigen van een kaart met nauwkeurige af
beelding van de terreindetails en de kadastrale grenzen, is nu een
gemeenschappelijk doel geworden voor de kadastrale dienst en de
landmeetkundige dienst buiten het kadaster, zodat de basis voor
een goede samenwerking aanwezig is.
De eerste samenwerking op enigszins grotere schaal ontstond
met de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat. Vertegen
woordigers van de Departementen van Financiën en Waterstaat
stelden in 1932 enige regels op voor een formele samenwerking, die
vervat zijn in de bekende „Regeling der Samenwerking". Nadat
deze regels enige jaren in de praktijk waren getoetst, werden „Aan
vullingen" opgesteld.
Dat deze regeling omtrent de samenwerking thans nog van kracht
is en zelfs als voorbeeld dient bij de samenwerking met andere
landmeetkundige diensten, is een bewijs, dat de opstellers van de