2Ó3 1. dat de leden vrezen dat de klemtoon op de kaart zal vallen en 2. dat zij in de wet voorschriften omtrent de inrichting van de plannen wensen. Zij verwijzen naar de Britse „Town and Country Planning Act" van 1947. Zij zien de kaart als hulpmiddel bij het planrapport en verwerpen de opvatting dat de kaart hoofdzaak is en de „aan tekeningen" bijzaak zijn. Tegen deze opvatting bestaan geen be zwaren mits de kaart een duidelijk beeld blijft geven van de plannen van de overheid. De kaart zal altijd een juiste neerslag van de in het rapport ontwikkelde plannen moeten zijn. Dit is te meer noodzake lijk nu zowel overheid, volksvertegenwoordigers als planologen het uitermate belangrijk achten dat de burgers kennis nemen van de plannen. De mening wint steeds meer veld dat de burgers zelfs invloed dienen uit te oefenen op de totstandkoming der plannen. Maar dan is een kaart, die de bedoelingen van de overheid eenvoudig en goed leesbaar weergeeft, onmisbaar. Voor de burger is het planrapport bijzaak. Wie zal de moeite nemen de misschien wel zeer uitvoerige en moeilijk leesbare rapporten te lezen Hoe worden deze rapporten ter kennis van de belanghebbende gebracht? Alleen door één exemplaar op een gemeentehuis ter visie te leggen Met behulp van de pers kan veel bereikt worden. Het ideaal zou echter zijn verspreiding van een kaart aan belanghebbenden. Voorwaarde is dat deze eenvoudig reproduceerbaar is. De regering zal in de algemene maatregel van bestuur voorschrif ten omtrent de toelichtende beschrijving, door de leden van de Twee de Kamer bedoeld, opnemen. Zij verwijst naar de voorschriften die met betrekking tot wederopbouwplannen zijn gegeven bij art. 2 van het Wederopbouwplanbesluit. Zowel regering als volksvertegenwoordiging schijnen voetstoots aan te nemen dat de inrichting van de huidige kaarten niets te wensen overlaat! Ingewijden weten echter, dat vooral bij de middel grote en kleine gemeenten de nauwkeurigheid en duidelijkheid der ingediende kaarten voor grote verbeteringen vatbaar zijn. Iedereen die bij provinciale planologische diensten kennis neemt van ingediende plannen, zal zich verbazen over de cartografische verzorging hiervan. Verbetering van de huidige toestand is zeer zeker gewenst. Het is wellicht interessant na te gaan of men zich ook in andere landen verdiept in de problemen, samenhangend met de inrichting van kaarten bestemd voor planologische doeleinden. In Engeland schrijft art. 6 van de „Towns and Country Planning (Development Plans) Regulations" van 1948 voor, dat voor streek plannen (county maps) en stedelijke kaarten (town maps) resp. de schalen 1 inch to the mile (1 63660) en 6 inches to the mile (ca. 1 10000) moeten worden gebruikt. Voor de bestemmingsplannen (designation maps) bestaat de 1 2500-kaart van de Ordnance Survey, die zeer geschikt is voor de uitwerking van details. [2]

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 61