2Ó5 b. de „Etappenplane" geven de toestand voor elke komende periode van 5 jaar en moeten meer details leveren; dezelfde kaartschalen als onder a. genoemd c. de „Realisationsplane" op schaal i 1.000 en i 500. Küttner geeft voor Oost-Duitsland een „Diskussionsvorschlag über die typische Zusammenstellung von Planen und Massstaben für stadtebauliche Ausarbeitungen je nach der Grosse der Stadt und dem Tempo ihrer Entwicklung". Al naar de grootte der steden en het doel waarvoor de kaarten gebruikt dienen te worden stelt hij de navolgende schalen voor: 1 20.000, 1 10.000, 1 5.000 en 1 2.000. Kreisel verklaart dat de strijd om de schaal voor de „Landes- karten" beslist is. [7] De schalen van de kadasterkaarten in de verschillende Zwitserse kantons vormen volgens hem een „Mass- stabsalat". Wil de kadastrale kaart voor de planoloog bruikbaar zijn, dan zal zij aan de volgende eisen ten aanzien van de schaal moeten voldoen 1. Situatieplans (zonder hoogtelijnen): a. schaal 1 200 voor de oude binnensteden; b. schaal 1 500 voor de steden; c. schaal 1 1.000: standaardschaal voor de overige kadaster- kaarten. 2. Kaarten met hoogtelijnen: de schalen 1 2.000; 1 5.000 en 1 10.000. Van de schaal 1 25.000 wil Kreisel niets meer weten! In het voorgaande werd een kort overzicht gegeven van de studie in enige landen over de kaartinrichting, en in het bijzonder over de schaal. De wens tot internationaal overleg, door Tsjecho-Slowaakse des kundigen geuit, verneemt men ook van andere zijde. Zo luidt een gedeelte van de door Commissie IV van de F.I.G. opgestelde resolutie als volgt „2. Subjects which may continue to engage particular attention include the following: a. The scale of urban maps for town planning purposes: The problems in large cities throughout the world have many features in common. There is a need for more general agreement upon the scales of maps to be used for the various town planning purposes". [8] Hetgeen hier gewenst wordt voor de plans, vervaardigd ten behoeve van de ontwikkeling van grote steden, geldt m.i. evenzo voor de kaarten, nodig voor streekplannen, structuurplannen en bestem mingsplannen voor kleinere woonplaatsen. Een belangrijke bijdrage tot de oplossing van het probleem levert Goussinsky [9], een geodetisch ingenieur verbonden aan de „Survey of Israel", in een in 1957 gehouden rede.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 63