209 daarna deden de eerste wetenschappelijk gevormde landmeters hun intrede bij de kadastrale dienst. Met ingang van i september 1935 werd de opleiding van Wage- ningen naar Delft overgebracht, waardoor het mathematische onderricht in sterke mate werd uitgebreid en het landbouwkundige aspect voor een groot gedeelte vervangen door het civiel-technische. De stijgende behoefte aan wetenschappelijk verantwoord werk in de laatste 15 jaren hebben een dynamische werking gehad op de landmeetkundige techniek, waarvan de instelling van de studie voor geodetisch ingenieur een gevolg is geweest. Ongetwijfeld is de 2e februari 1949, de dag dat in de aula van de Technische Hogeschool de studierichting voor geodetisch ingenieur door Prof. Tienstra werd ingewijd, een dag die in de annalen van deze vereniging een zeer bijzondere plaats zal innemen. Uw streven naar een afgeronde wetenschappelijke opleiding had haar bekroning gevonden. De hierboven in grote lijnen geschetste ontwikkeling in de op leiding kan geacht worden parallel te lopen met de verandering die de taak van landmeter van het kadaster in de laatste dertig jaren heeft ondergaan. Tot ongeveer 1934 behoorden de veldwerk- zaamheden uitsluitend tot het domein van de landmeter. Daarna is hoe langer hoe meer een gedeelte van deze werkzaamheden overgeheveld naar middelbare en lagere krachten. Vooral de plaats die de landmeter door de ruilverkavelingswet werd toegewezen heeft dit in sterke mate beïnvloed. Dit proces zal zich nog verder voortzetten als gevolg waarvan naar mijn mening de uitvoerende taak van de landmeter binnen afzienbare tijd grotendeels zal zijn omgezet in een meer organi satorische en dirigerende. Indien ik goed zie aanvaardt het kadaster deze ontwikkeling ondanks het feit dat het een instituut is met min of meer statische inslag. Min of meer statisch door de continuïteit, die het nu eenmaal moet betrachten in verband met haar belang rijkste taak: het instandhouden van de registratie van de grond eigendom, die volledig, betrouwbaar en voor ieder toegankelijk dient te zijn. Ook de ontwikkeling in de landmeetkundige techniek gaat aan het kadaster niet ongemerkt voorbij. Wordt aanvankelijk bij het ontstaan van nieuwe technische mogelijkheden, als gevolg van het hiervoor gesignaleerde karakter van de dienst, veelal een wat gereserveerde houding aangenomen, zodra voldoende zekerheid aanwezig is, dat nieuwe werkmethoden met vrucht ook in de kadastrale dienst kunnen worden toegepast, wordt ook hier een nieuwe koers ingeslagen. In 1929 is het grootse werk der Rijksdriehoeksmeting gereed gekomen, dat, zoals wel algemeen bekend is, met grote nauwkeurig heid is uitgevoerd. Voorts moge ik noemen de belangrijke vooruit gang in de constructie van de landmeetkundige instrumenten. De techniek van het vervaardigen van kaarten langs fotogrammetrische weg heeft de laatste jaren een geweldige ontwikkeling doorgemaakt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 7