293 tekrachtsmeting en ook de ontwikkeling van nieuwe theorieën over het gebruik van deze metingen voor de vormbepaling van de aarde gedurende de laatste 25 jaar reden zijn om hieraan enkele regels te wijden. Zoals bekend, is de zwaartekracht samengesteld uit twee com ponenten de ene component is een gevolg van de attractie van de totale aardmassa (elk massadeeltje van de aarde reageert op elk buiten dat massadeeltje gelegen punt volgens de wet van Newton), de andere component is een gevolg van de aardrotatie. Beide soorten krachten hebben de eigenschap dat de arbeid die in hun veld ver richt moet worden om een massa-eenheid te verplaatsen onafhanke lijk is van de doorlopen weg, m.a.w. in elk punt in het krachtveld heeft een massa-eenheid een bepaalde hoeveelheid arbeidsvermogen van plaats, die we potentiaal noemen, en de potentiaal van de at tractie opgeteld bij de potentiaal van de rotatie noemen we de zwaartekrachtspotentiaal. Vlakken van gelijke potentiaal equipo- tentiaalvlakken omringen de aarde en het is de vorm van deze equipotentiaalvlakken die we willen bepalen. Het verband tussen de potentiaal V en zwaartekracht g wordt gegeven door de diffe rentiaal vergelij king dV gdh, waarin dh het lijnelement loodrecht op het equipotentiaalvlak voorstelt, dus samenvalt met de richting van de zwaartekracht. Het is nu de taak van de zwaartekrachtsgeodesie om uit zwaarte krachtsmetingen de vorm van deze equipotentiaalvlakken te be palen. In de leerboeken van de potentiaaltheorie vindt men methoden om bij een gegeven massaverdeling de potentiaal van de aantrek kingskracht (de NEWTONse potentiaal) te berekenen. Vermeerdert men deze met de rotatiepotentiaal, die uit de rotatiesnelheid van de aarde is te berekenen, en stelt men de som van beide potentialen constant, dan kan men hieruit de vorm van het equipotentiaalvlak afleiden. Maar juist deze massaverdeling is bij de aarde niet bekend. Wel geven de geomagnetische onderzoekingen aanwijzingen omtrent de samenstelling van de nikkel-ijzeren kern van de aarde en de seismologische omtrent de opbouw van de aarde uit kern, mantel en korst en ook kan men uit de zwaartekrachtsmeting aan de aard oppervlakte enige conclusie trekken over de samenstelling en het isostatisch evenwicht van de aardkorst, maar een nauwkeurige locatie van de dichtheidsverdeling van de aarde is nog niet mogelijk. Toch zijn het nu juist deze zwaartekrachtsmetingen, dus de afgeleide van de potentiaal, gemeten op het aardoppervlak, die, ongeacht de massaverdeling van de aarde zelf, de mogelijkheid geven tot de bepaling van de vorm van de equipotentiaalvlakken. De stellingen van Green, Gauss en Stokes uit de potentiaal-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 91