296
ongeveer 4000 waarnemingen verricht en allerlei proeven worden
gedaan om met behulp van gravimeters op oppervlakteschepen
of in vliegtuigen op een eenvoudige en snellere manier te meten.
Vooral de zeegravimeter van Graf heeft, bij een kalme zee, reeds
goede resultaten gegeven.
Het zijn echter niet alleen deze verspreide metingen over het
aardoppervlak, voor geodetische doeleinden zeer belangrijk, die
tegenwoordig de aandacht vragen. Ook tracht men tegenwoordig
de eenheid van zwaartekracht, de gal, zo goed mogelijk fysisch te
bepalen. Wel is de gal, door de dimensie cm/sec2 per definitie vast
gelegd in het cm-gram-secunde stelsel, maar de bepaling van de
absolute waarde van g (bijv. door middel van de vrije val) heeft
nog steeds een onnauwkeurigheid van meerdere milligals en een
zwaartekrachtsverschil op deze manier tussen twee punten op aarde
gemeten, heeft dus een nog grotere onnauwkeurigheid.
Een betere methode om zwaartekrachtsverschillen te meten is
het vergelijken van slingertijden op de verschillende stations,
waarmede men tegenwoordigheid een nauwkeurigheid van onge
veer 0,3 mgal bereikt, en op deze manier heeft men zowel in Europa
als in Amerika met behulp van verschillende slingertoestellen een
serie stations, in noord-zuid richting ten opzichte van elkaar vast
gelegd. Maar met de gedurende de laatste jaren ontwikkelde zeer
nauwkeurige gravimeters, die reeds zwaartekrachtsverschillen tot
op ongeveer 0,01 mgal kunnen aflezen, ontdekt men thans syste
matische verschillen tussen de Amerikaanse en de Europese bases,
en dit heeft er toe geleid, dat zowel in Europa als in de Verenigde
Staten thans opnieuw vele slinger- en gravimetermetingen worden
verricht om een bepaald zwaartekrachtsverschil zo goed mogelijk
vast te leggen. In Europa loopt deze „ijkbasis" van Hammerfest
over Kopenhagen, München en Rome naar Catania op Sicilië en,
om het zwaartekrachtsverschil met Hammerfest nog groter te
maken, heeft men ook nog een station dicht bij de top van de
Etna gemeten.
Een apart probleem vormt daarna de vereffening van een groot
aantal van dergelijke gecombineerde slinger- en gravimeterwaar-
nemingen. Een juiste statistische verwerking van al dit materiaal,
waarbij systematische invloeden moeten worden opgespoord, zal
veel kunnen bijdragen om tot een goede oplossing te komen.
Tenslotte nog enkele opmerkingen over een onderwerp dat
tegenwoordig algemeen de aandacht trekt nl. de satellieten. Zoals
men vroeger de onregelmatige maanbewegingen, zowel in lengte
als in breedte, gebruikte om de afplatting van de aarde te bepalen,
doet men dit tegenwoordig uit de satellieten, die ellipsvormige
banen om de aarde beschrijven. Evenals de aarde zelf tengevolge
van haar afplatting een precessiebeweging heeft ten opzichte van
het vlak van de ecliptica, zo vertoont de ellipsvormige baan,