bii de gewone dienst te elimineren om daarna met volle kracht en
meer gerustheid de hermetingswerkzaamheden te hervatten, ik
ben mij ervan bewust dat het volgen van deze beleidslijn van de
kadastrale ambtenaren een aanpassingsvermogen eist, waarvoor
een zekere soepelheid van geest nodig is.
Mijnheer de Voorzitter, de dienst van het kadaster maakt op het
ogenblik een moeilijke tijd door, we weten het allen. Ik twijfel er
echter niet aan dat de soepelheid van geest waarvan ik zojuist sprak
en die ook nodig is voor de noodzakelijke aanpassing van de dienst
aan moderne ideeën omtrent organisatie en werkmethoden bij
verreweg het merendeel van de amtenaren van het kadaster aan
wezig is en dat mede daardoor de toekomst van het kadaster, dat
zulk een uitstekende naam heeft, met vertrouwen kan worden
tegemoet gezien.
Mijnheer de Voorzitter, ik wens U en alle leden van deze ver
eniging geluk met dit zo belangrijke jubileum.
Ir. F. SCHUURMAN,
Vijl en Zeventig jaar K. en L.
De geest van de Tachtigers, die waarlijk niet alleen een opleving
bracht in de Nederlandse letterkunde, maar die op velerlei gebied
inspireerde tot nieuwe ideeën, liet ook de landmeters van het
kadaster niet onberoerd. Wie de publikaties uit die tijden leest,
komt onder de indruk van de grote belangstelling die onze toen-
malige vakgenoten voor allerlei aspecten van de landmeetkunde
aan de dag legden en van de geestdrift, waarmee vernieuwingen en
hervormingen in de inrichting van het dienstvak werden bepleit.
Het lag dan ook voor de hand, dat de dynamische figuren in de
kadastrale wereld behoefte hadden aan meer onderling contact om
gezamenlijk de nieuwe denkbeelden te bespreken en in verenigings
verband de verwezenlijking van de gemeenschappelijke idealen
na te streven. Zo ontstond dan op 20 oktober 1884 de Vereniging
voor Kadaster en Landmeetkunde en het is wel tekenend, dat
hierbij het idee om ook te streven voor de persoonlijke belangen
der leden slechts weinig weerklank vond, maar dat bijna allen net
er over eens waren, dat de Vereniging vóór alles moest ijveren voor
de ontwikkeling van het dienstvak.
Van 1886 tot 1913 gaven de Statuten dan ook als enig doel va
de Vereniging aan:
„Bevordering der belangen van het Kadaster en verspreiding van
kennis van het Kadaster en de Landmeetkunde
Reeds in de oprichtingsvergadering werd besloten tot het uit-
211
Ingenieur-verificateur van het kadaster te Groningen
Een allerindividueelste expressie".
