Waarneming met het ongewapend oog De minimale contrastgevoeligheid van het oog is overeenkomstig (12) gedefinieerd als: B' Hierin is Bg de grenswaarde van B. Als gevolg van de bouw van het netvlies is E niet constant, maar afhankelijk van de helderheid van de omgeving (B') en de hoek 0 waaronder het lichtend voor werp door de waarnemer wordt gezien. Onderstaand nomogram geeft dit verband weer (fig. 6). De krommen zijn geconstrueerd, met behulp van zeer veel waar nemingen, voor een betrouwbaarheid van 5°%- Nu is volgens (9)Es r2 of volgens de definitie van B: Eg Bg—(22) r2 Nu is: O d.r)2 iz (0 in radialen), dus: Eg -Bs 02(23) 313 Bg—B' x s (21) 3 2 0 3 2 I O -3 -2 logt >- Fig. 6 (Overgenomen uit W. E. Knowles Middleton, Vision through the Atmosphere, University of Toronto Press, 1952).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 15