dubbelen", d.w.z. niet minstens twee kaarten voor ieder artikel nodig heeft, één voor de auteurscatalogus en minstens één (dikwijls meer) voor de onderwerpscatalogus. Men heeft overigens het pro bleem van de vermenigvuldiging dezer kaarten nog niet opgelost. Ze zijn dus alleen in de genoemde documentatieinstituten te raad plegen. Zou men ze ter beschikking van gebruikers kunnen stellen, dan zouden dezen toch ook nog over een selectiemechanisme dienen te beschikken. Men heeft echter steeds belangrijk minder kaarten nodig dan bij de gewone kartotheek (Duits: „Steilkartei"). Gebruik van het ook elders veel voorkomende internationale bibliotheek formaat (en van de U.D.C., waarover aanstonds) zal het ook voor eventuele geïnteresseerden uit andere vakgebieden, of de documen tatie- en bibliotheek-wereld, aantrekkelijker maken, de resultaten van geodetisch documentatiewerk te verwerven. Eenheid van taal, liefst het Engels, is ook daarom zo belangrijk, omdat, naar Prof. W. Schulz in zijn rapport „Die Sprache des Geodaten" (ge Congrès de la F.I.G.) overtuigend aantoont, de vak termen in ons vakgebied in betekenis en betekenisspreiding nog lang niet vaststaan en in de verschillende talen allerminst parallel lopen. Eenheid van aanduiding voor de classificatie betekent in de praktijk zich bedienen van de U.D.C. Astronomie en Geodesie vormen daarin de groep 52. Ze lopen enigszins dooreen, in de onder verdeling. 521 tot en met 524 zijn zuiver astronomische rubrieken, 525 is de aarde „astronomisch beschouwd". Hierin steekt ook al geophysica (525.2: aardphysica, 525.6: eb en vloed). 526 is de eigenlijke Geodesie (met Cartografie en Fotogrammetrie). 527 is nautische sterrenkunde, 529 is tijdrekenkunde. 528 is (was) nog vrij. Over de onderverdeling van 526 is men in geodetische kringen algemeen ontevreden, al zegt Paul in zijn reeds aangehaald schrij ven: „Trotzdem möchte ich sagen, dass die Vorurteile, die gegen die 526 bestehen, zum grossen Teil nicht von DK-Kennern gekom- men sind, sondern von Fachkollegen, die von der DK keine Ahnung hatten. Wer wie wir nun schon fast 3 Jahre lang die DK 526 standig verwendet und die gesamte Fachkartei danach aufgebaut hat, wird erstaunt feststellm müssen, dass sie lange nicht so schlecht ist wie ihr Ruf". Andere „Fachkollegen" en met name Prof. Gigas dachten daar echter anders over en men heeft te Frankfurt-am-Main, in samenwerking met de F.I.D. (uitgeefster van de U.D.C.) en het IPC. (dat hierbij tevens de Société Internationale de Photogram- métrie vertegenwoordigde) een nieuwe indeling gemaakt voor de nog vrije rubriek 528, die de bestaande groep 526 zou vervangen. De verdeling van 526 zoals de B.G.I. die gebruikt komt niet in aanmerking, omdat die niet in overleg met de F.I.D. is tot stand gekomen en ook verder niets op de U.D.C. lijkt. Ze kent bijv. niet het voor de U.D.C. essentiële gebiuik van „hulpgetallen", die de nieuwe rubriek 528 juist introduceert. Voor ons nog belangrijker is het bezwaar, dat ze beperkt blijft tot de hogere geodesie en dus de landmeetkunde en de fotogrammetrie erin ontbreken. 333

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 35