LANDMEETKUNDE
Ir. M. HAARSMA,
Het gebruik van zoeklichten bij de Bijhoudingsdienst
van de Rijksdriehoeksmeting
Zeer velen maken gebruik van de activiteiten van deze dienst;
slechts weinigen zullen zijn werkzaamheden van meer nabij kennen.
Het is daarom misschien niet onbelangrijk hierop enig licht te
laten schijnen.
De behoeften voor het Europese driehoeksnet brachten in 1956,
na een halve eeuw, de R.D. weer tot metingen van de Ie orde,
nadat in 1954 ernstige pogingen waren gedaan, in het aan Limburg
grenzende Belgische gebied, enige tussenpunten te bepalen. De zomer
van 1954 was bij uitstek geschikt om wat betreft het zichtbaar maken
van de punten, waarvoor toen nog de heliotropen, type Bertram>
werden gebruikt, tot betere gedachten te komen. Deze voerden
tot het aanschaffen van een tiental Francis-zoeklichten, geauto
matiseerd, met elektrische tijdschakelklok voor aansluiting op het
lichtnet (120 en 220 V).
Van tevoren uitgevoerde experimenten, overdag, onder verschil
lende weersomstandigheden, hielden grootse beloften in. Boven-
hoofdlandmeter bij de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting
te Delft: