mentarium voor terrestrisch en fotogrammetrisch werkeen groeien
de reproduktie-afdelingverbetering van huisvesting en inrichting
van de bureausde opheffing van vele kleinere bureaus, beginnend
met Appingedam en eindigend met Heerenveen en Sneek; een op
leiding van de landmeter van het kadaster, gebaseerd op een vol
ledige ingenieursopleiding; hoofden van bureaus, middelbaar per
soneel te velde, een centrale tekenopleiding; een geheel vernieuwde
I-K. en H.T.W.; de verplichting van transport bij notariële akte;
de afschaffing van de onderhandse akten, die voor het kadaster
zo veel moeilijkheden inhielden.
Bij al dit schoons zouden zij verblind worden en hun ogen uit
wrijven. Maar nadat zij dit alles aanschouwd zouden hebben en een
blik in het binnenste zouden werpen, zouden zij constateren, dat
het met de zo vurig bepleite hermeting matig gesteld is, dat de
wettelijke grondslag voor het kadaster nog steeds ontbreekt en dat
ons dienstvak thans met een grote achterstand worstelt. Zij zouden
kennis maken met het feit, dat na ongeveer 18 jaren de bureaus
voor Buitengewoon Landmeetkundig Werk, tijdens de oorlogsjaren
o.m. opgericht om de achterstand in de hermetingen in te halen,
weer zijn opgeheven, dat in 1957 wederom een Staatscommissie
werd benoemd om van advies te dienen over de maatschappelijke
functie die het kadaster dient te vervullen en na te gaan, in hoeverre
de wenselijkheid bestaat tot wettelijke regeling van het kadaster.
Zij zouden dan kennis nemen van een aantal cijfers: het aantal te
meten posten tengevolge van overdracht van gedeeltelijke kadastra
le percelen en tengevolge van stichting van gebouwen is in tien jaren
tijds meer dan verdubbeld; de urgent te hermeten oppervlakte
waarvoor kaarten vervaardigd moeten worden die aan de huidige
maatschappelijke behoefte voldoen bedraagt 650 000 ha of bijna
20% van de totale oppervlakte van ons land; de oppervlakte van
de gebieden waar nog ruilverkaveling moet plaats vinden bedraagt
1.5 miljoen ha, of ruim 40 van de totale oppervlakte van ons land.
Mogelijk zouden de oprichters hun ogen weer sluiten en teruggaan
naar hun tijd om te kunnen zeggener is niets nieuws onder de zon.
Maar voor ons landmeters past het niet bij dit alles stil te staan;
wij zullen onze deskundigheid moeten ontplooien, moeten inzetten
voor het doel, en wij zullen met enthousiasme deze taak moeten
opnemen.
Ons doel zal blijven een wettelijke grondslag voor het kadaster,
een administratie van de rechten op de grond naar de eisen van de
tijd, op geodetisch verantwoorde wijze vastgelegd op de kadastrale
kaart.
Nog altijd geniet het kadaster het volle vertrouwen van de maat
schappij. De burger accepteert de door deze rijksdienst uitgezette
grenzen die onzichtbaar waren en aanleiding vormden tot buren
ruzies. Hij aanvaardt deze grens als de werkelijke grens, ongeacht
het feit dat omtrent vele grenzen, opgemeten in de jaren rond 1830
met zeer gebrekkige hulpmiddelen, slechts weinige of beperkte ge-
348