3«3 staande foto toont het zoeklicht, kastje met ingebouwde tijd- schakelklok, 12 V transformator en 50 m laagspanningskabel op haspel. Met deze uitrusting is in 1956 het station Sleen gemeten, één van de stations van het Nederlands-Duits verbindingsnet. Dit net voltooit de volledige aansluiting aan de Duitse netten. Figuur 1 geeft het net met de aansluitingspunten. Hoewel de metingen pas in 1957 zouden beginnen, heeft de door ons zo gewaardeerde medewerking van de aannemer van de restau ratie van de toren van Sleen, die de muurkroon voor de pijlerbouw al had vrijgemaakt en de toren in steigers had gezet, het plan voor dit station een jaar vervroegd. Dit had weliswaar het nadeel, dat de pijlers op de omliggende stations, Gieten, Stadskanaal, Rüten- brock en Hesepe nog niet waren gebouwd, waardoor willekeurige lampopstellingen moesten worden gekozen, maar dit kon uiteraard niet opwegen tegen het zeer waarschijnlijk onoverkomelijke bezwaar een pas gerestaureerde toren te moeten openbreken. Het voordeel van op of boven de meetpijlers geplaatste lampen is, dat meting en berekening van de centrering hiervan komt te vervallen en een directe controle op de sluittermen van de gemeten driehoeken wordt verkregen. De opgedane ervaringen met de Francis-zoeklichten waren nogal teleurstellend. De 6 V-72 W Siemens-gloeilampen zijn met een schroeffitting, verticaal voor de spiegel geplaatst. Lostrillen ten gevolge van wind kwam herhaaldelijk voor. De als seinlamp be doelde schijnwerper bleek op den duur ook niet bestand tegen het, voor ons noodzakelijke, uren achtereen branden. Het smelten van het lood aan de lampvoet en het stukgaan van de gloeidraad was hiervan het gevolg. Inmiddels hadden wij op de stations Rütenbrock en Hesepe de door de Duitsers gebruikte Bosch/Eisemann-schijnwerpers leren kennen. Ogenschijnlijk waren deze kwalitatief gelijkwaardig en vergden ongeveer een zevende van de prijs van de Francis-zoek lichten. Dank zij de buitengewone medewerking van de Rijks- kustverlichtingsdienst te Scheveningen was het niet alleen mogelijk de Francis- en Bosch-schijnwerpers door te meten, maar ook de opgegeven kwaliteiten van nog enige andere typen te toetsen. In het volgende staatje zijn enige constructieverschillen van de Francis- en Bosch-schijnwerpers gegeven. Francis M/13/47 diam. n" Bosch L.S. 23851/1 diam. 25 cm spiegel gebruikte openingshoek fitting spanning verbruik glas, goed ca. 90° E.S., verticaal 6 V 72 W metaal, zeer matig ca. 270° prefocussed, horizont. 12 V (of 6 V) 100 W (of 50 W)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 5