358
President: Dipl.-Ing. Dr. F. Schiffmann
Vice-president: Dipl.-Ing. G. Höllhuber
Secretaris-generaal: Prof. Dr. A.Barvir
Administratief secretaris: Dipl.-Ing. O. Stoier
Penningmeester: Dipl.-Ing. W. Kamenik
De nieuwe president Dr. Schiffmann zei, dat het een grote eer
voor hem en zijn Oostenrijkse collega's was om belast te worden
met het bestuur van de F.I.G. Het zou voor hem moeilijk zijn het
werk voort te zetten op de zo voorbeeldige wijze als het door de
Nederlanders werd gedaan. In het bijzonder dankte hij de Neder
landers voor de uitstekende organisatie van het 9e Congres te
Scheveningen. Het nieuwe bureau zal aandacht dienen te schenken
aan vele problemen, zoals taak en werking van de technische
commissies, de mogelijkheid van een periodiek internationaal
tijdschrift, enz.
11. Membre d'Honneur
Nadat Prof. Baarda op verzoek van de president de vergaderzaal
had verlaten kreeg Mr. Collins (Groot Brittannië) het woord.
Hij stelde namens de Britse delegatie voor Prof. Baarda te
benoemen tot „Membre d'Honneur" van de F.I.G. Niet alleen als
waardering voor zijn werk als secretaris-generaal en voor zijn
organisatorische talenten, maar ook „because he had become a
good friend to all". De vergadering stemde door applaus met dit
voorstel in. De president zei, dat hij zeer verheugd was over dit
voorstel. Hij wist van nabij welke inspanning Prof. Baarda zich
voor de F.I.G. had getroost.
De president stelde Prof. Baarda bij diens terugkeer in de
vergaderzaal op de hoogte van het besluit van het Comité Perma
nent om aan de Assemblée Générale te Wenen voor te stellen
hem tot „Membre d'Honneur" van de Federatie te benoemen.
Prof. Baarda antwoordde dat hij zeer verrast was door deze
eer. Hij bracht naar voren dat hij zijn werk niet zou hebben kunnen
doen zonder de hulp van vele vrienden van het Bureau, het Comité
Permanent en van de Federatie in zijn geheel. Wat het admini
stratieve werk betreft is hij op bijzondere wijze geassisteerd door
de heer Alberda en zijn secretaresse. Bij de organisatie van het
wetenschappelijk werk en het ge Congres is zeer belangrijk werk
gedaan door Prof. Kruidhof en acht Nederlandse landmeters. Op
deze wijze is een nauw contact ontstaan tussen het Bureau, het
secretariaat en de voorzitters en leden van de technische commissies.
Hij beschouwde de hem verleende onderscheiding als een be
loning voor al het werk, dat mogelijk werd gemaakt door inter
nationale samenwerking en door de toewijding van zijn mede
werkers.
12. Het 10e internationale congres in 1961
Dr. Schiffmann, de nieuwe president, deelde mede dat het