368 De „44. deutscher Geodatentag 1959" Van 23 t/m 26 september jl. werd te Trier het jaarlijkse congres van onze Duitse vakgenoten gehouden. Hoewel dit een nationaal gebeuren is, blijkt er steeds ook van ver buiten de landsgrenzen veel belangstelling voor te bestaan. Er waren althans aanwezigen uit negen verschillende landen. Nadat Dr. Röhrs uit Bremen, voor zitter van de D.V.W., in zijn openingswoord de ongeveer twee duizend landmeters had begroet, werd het woord gevoerd door de minister van binnenlandse zaken van Rheinland-Pfalz, die vooral de nadruk legde op de grote betekenis die het Kadaster en de landmeetkunde heeft met betrekking tot de bouwactiviteit en de zeer talrijke ruilverkavelingen. In Rheinland-Pfalz heeft men na het einde van de Tweede Wereldoorlog voor de moeilijke opgave gestaan het Kadaster en de landmeetkunde te moderniseren en er enige uniformiteit in te brengen. Thans is men zo ver, dat bij de volksvertegenwoordiging een Ontwerp-Kadasterwet en een Ont- werp-Wet op de Grensregeling is ingediend. De feestvoordracht werd gehouden door Regierungsdirektor Max Lambert over het onderwerp „Technik und Verwaltung". Daaruit bleek o.m., dat het probleem van de opleiding van technici voor de Staat bijzonder belangrijk is. In de gehele Bonds republiek is nog een tekort van ongeveer 40000 ingenieurs en m.t.s.-ers. Dit gebrek aan gediplomeerde krachten is ook merkbaar bij de verschillende ambtelijke landmeetkundige diensten. De achterstand in het werk bij deze diensten groeit van jaar tot jaar, zodat men op verschillende manieren moet proberen sneller en meer personeel op te leiden. Het hoofdthema van het congres bestond eigenlijk uit twee delen: de ruilverkaveling en de kanalisatie van de Moezel. Aangaande de ruilverkaveling werd een voordracht gehouden door collega Schirmer, die speciaal belichtte welke voordelen de toepassing van fotogrammetrie kan brengen. In het bijzonder werden de ervaringen in Rheinland-Pfalz behandeld. De proef „Bergen", beschreven in Heft 7 van de „Schriftenreihe für Flur- bereinigung" kwam meermalen ter sprake. Tijdens de discussie bleek, dat nog niet iedereen de voordelen van toepassing van fotogrammetrie kon inzien. Er waren althans stemmen die pleitten voor toepassing van de voerstraalmethode, die zich zo goed voor automatische uitwerking zou lenen. Nu is het toch zo, dat aan de dwingende eis die bij automatische uitwerking gesteld mag worden, nl. dat veel gelijksoortige handelingen op dezelfde plaats moeten worden verricht, bij die methode m.i. maar in zeer geringe mateis voldaan. In Rheinland-Pfalz worden van elk ruilverkavelingsobject tweemaal luchtopnamen gemaakt. De eerste maal voor de ver vaardiging van goede topografische kaarten ten behoeve van het projecteren van wegen en waterlopen. De tweede maal ten behoeve van de nieuwe kadastrale kaart.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 70