9 MHz frequentie-gemoduleerd met 10 MHz en 3000 MHz fre quentie-gemoduleerd met 9, 999 MHz) komen op de menger, die bestaat uit een klein kristalletje aan de top van de antenne. Het uitgangssignaal van deze menger heeft dus een draaggolf van 33 MHz, die amplitude-gemoduleerd, blijkt te zijn met de verschil- frequentie van beide frequentiemodulaties dus met 10 MHz 9,999 MHz 1000 Hz. Dit amplitude-gemoduleerde signaal wordt versterkt in de middenfrequentversterker MF. De amplitude modulatie van 1000 Hz wordt door een detector (niet getekend) afgezonderd. Van deze sinusvormige spanning worden in de impuls maker „i"-impulsen gemaakt, d.w.z. korte spanningsstootjes, zie figuur 6. De nevenzender, die hier afgestemd is op 3000 MHz, wordt nu behalve met de kristalfrequentie van 9,999 MHz ook nog frequentie- gemoduleerd met de impulsen (1000 per seconde). Dit samengestelde signaal wordt uitgezonden naar het hoofdinstrument, waar het weer gemengd wordt met het zendersignaal van dit instrument. Het resultaat is nu in de MF versterker van het hoofdinstrument een draaggolf van 33 MHz, amplitude-gemoduleerd met een sinus van 1000 MHz, analoog aan het signaal in de MF van het neven apparaat, maar hier bovendien frequentie-gemoduleerd met de 1000 impulsen per seconde. Achter de middenfrequentversterker van het hoofdinstrument bevinden zich nu een discriminator en een detector, waarvan de eerste de frequentiemodulatie FM en de tweede de amplitude modulatie AM afzondert. De indicator in het hoofdinstrument is een kathodestraalbuis op het scherm van deze buis loopt een lichtend punt rond op een cirkelvormige baan. Deze beweging is de resultante van een hori zontale en een verticale sinusvormige trillingde eerste direct af komstig van het AM signaal, de tweede identiek aan de eerste, t0 - 1 msec faseverschil Y rQd'a'en Fig. 6. Sinus en impuls.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 11