i8
In laagland kan men bijna altijd met voldoende benadering
P/755 gelijk aan één stellen, zodat:
e «a P' (0—0,5 (t f). (17)
De waarde van P' (t') vindt men bv. in [1] en [2].
Met de voorgaande formules heeft men de werkelijke afstand
tussen beide instrumenten (d.w.z. tussen de „elektrische middel
punten van de instrumenten) gemeten. Om bruikbare afstanden
te vinden zijn dan nog enige correcties nodig: nl. de correcties voor
helling, naar zeeniveau en voor kaartprojectie en eventueel voor
een centreerfout van de instrumenten (afstand „elektrisch middel
punt centreeras). De laatste correctie, die hoogstens enkele
centimeters bedraagt, kan men zelf bepalen uit vele metingen op
korte afstand. De eerste drie correcties worden door Ir. Haarsma
besproken in dit nummer [18].
"V oor al deze berekeningen zijn tabellen en nomogrammen ge
construeerd, zie [3], [18] en [19]. Bij de methode van Ir. Haarsma
heeft men voor alle berekeningen en correcties slechts twee nomo
grammen nodig, waarmee men gemakkelijk de gecorrigeerde afstand
op het veld kan berekenen.
6. Reflecties
Een onprettig verschijnsel bij de tellurometer vormen de reflecties
van de radiogolven aan de grond en aan diverse obstakels. Dikwijls
loopt een gedeelte van de energie niet direct van het ene instrument
naar het andere, maar via één of meer reflecties op de grond of op
obstakels, zoals bomen, muren, enz. Dit gedeelte van de radiogolven
heeft een andere weg afgelegd en komt dus met een verkeerde fase
aan. Interferentie van de gereflecteerde met de directe golven
geeft fouten in de meting. Deze fouten blijken voor een groot deel
geëlimineerd te kunnen worden door op een aantal golflengtes te
meten, zoals beschreven in punt 2. Het grafiekje van figuur 10
wordt dan een lijn die min of meer sinusvormig om een gemiddelde
waarde slingert. Deze gemiddelde waarde geeft dan juist de goede
meetafstand. Om die waarde te vinden is het nodig binnen het
afstemgebied van de tellurometer (ca. 2850 tot 3150 MHz of 10,5
tot 9,5 cm) minstens één periode van de sinus te krijgen. Bij langere
afstanden (bv. boven de 5 km) krijgt men inderdaad meestal wel
een hele sinus, bij kleinere afstanden dikwijls niet.
Het gedrag van de reflecties kan ook gedemonstreerd worden
aan de formule:
Sfr T AL AL
°L r cos (271 sin (271 (18)
471 i-d Ln
waarin 8L het verschil van de ware lengte en de gemeten lengte,
veroorzaakt door een reflectie van golven van het
hoofd- naar het neveninstrument,