34
als m/hm de lengtecorrectie per hm is. m/hm wordt voor ieder R.D.-
punt door de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting op
de desbetreffende kaart vermeld.
Uit de gemeten afstand L wordt dus de afstand L0 in de kaart
gevonden uitL0 I 4 \L 4- A2L A3L.
In het nomogram voor deze reducties zijn de acht veranderlijken
op vier rechte dragers weergegeven. De gezochte grootheden \L,
A2L en ASL hebben dezelfde regelmatige schaal. De drager ligt
tussen die van de bepalende grootheden. De gevraagde correcties
worden dus door interpolatie verkregen.
Opmerking I.
L 0,15 t AL
met AL (1,0375 0,0014989625 N) 10"4 t volgens (3).
Nemen we N N' AN 308,547 4- AAT, dan is
AL 0,15 t. 10~3 4- 0,0014989625 AN10-4 t,
dus met 0,0014989625 AAL 10 4 t SL is
L 0,15 t 0,15 tio~3 SL.
Daar nu 58 N 134 is
1,45 m SL 3,35 m voor L 25 km.
Voor SL is dus een nomogram te maken voor afstanden tot 25 km
(in verband met de benadering in (3)) met een afleesnauwkeurig-
heid van ongeveer 1 cm.
De behoefte hieraan zal niet groot zijn, daar het meten van grote
afstanden met de tellurometer zelden zal voorkomen en dan de
numerieke methode geen bezwaar is.
Bovendien is hier aan de hoofdterm o, 15 t nog de term 0,15 t 10 ~3
toe te voegen.
Opmerking II.
Het nomogram „Tellurometer" geeft AL in cm's nauwkeurig,
voor afstanden tot 3,3 km.
De bepaling van N uit het nomogram kan echter voldoende nauw
keurig worden geacht voor alle te meten afstanden. De afleesnauw-
keurigheid van de eenheid van N is in vele gevallen niet meer reëel.
Door het gebruik van verschillende tabellen voor P tkunnen
verschillen van 1 a 2 eenheden in N optreden bij hoge temperaturen.
Bovendien blijkt uit het nomogram dat voor dt' «a 0,2° C,
dN 1 is. Voor grote afstanden is een nauwkeurigheid van 0,2° C
in t' over de gehele lengte zelden gewaarborgd door de bepaling
van t' in beide uiteinden.
