59 Nederland de belangstelling voor de statistiek eerst na de oorlog algemeen, en overigens toen verheugend snel, gaan groeien. Na zijn benoeming te Wageningen heeft Van Uven zijn weten schappelijk werk vooral aan de wiskundige statistiek en haar toepassingen gewijd. Op enkele door hem behandelde onderwerpen gaan we iets nader in. a. Scheve frequentie krommen. Zijn de stochastische effecten van de invloeden die de groei van bijvoorbeeld het gewicht van een plant bevorderen, onafhankelijk van de grootte van dat gewicht, dan zal men, bij een bepaalde precisering 'van deze eisen, kunnen concluderen dat het uiteindelijke gewicht geacht kan worden te behoren bij een normale verdeling. Variëren de effecten echter met de grootte van het gewicht op elk moment, dan zal het uiteindelijke gewicht bij een niet-normale stochastische variable a behoren. De vragen die Van Uven behandeld heeft, en waar de astronoom J. C. Kapteyn in zijn werk op was gestuit, luidden: (i) Hoe bepaalt men bij een gegeven frequentieverdeling betreffende een onbekende x, een functie f(x), zo dat f(x) geacht kan worden normaal te zijn; en (2) Indien de „reactiefunctie" ^(a) een bepaalde maat is voor het effect van de groei-invloeden op een plant met gewicht x, wat is dan de relatie tussen de functies <\i(x) en f(x). Aan dit vraagstuk en ook aan de meerdimensionale analoge („scheve correlatie") heeft Van Uven diverse publikaties gewijd [5]. Voor het tweedimensionale geval (en analoog voor hogere dimensies) vond Van Uven bij de. bepaling van de bovengenoemde functie steun in het feit dat bij een (te verkrijgen) normale ver deling van zeg (y1; y2) de regressiekromme E (y2 j y1 y^ een rechte lijn is. Dit wekte zijn belangstelling voor andere bekende tweedimensionale verdelingen met dezelfde eigenschap, die hij vond onder de tweedimensionale pearsonverdelingen [6]. b) Vereffeningsproblemen. Is r\ a$ (3 en wenst men a en (3 te schatten op grond van waarnemingen yf) betreffende (iy, 7);), dan komt men tot de gewone regressie van y op x indien Xj, „fout loos" is d.w.z. Xi Zijn zowel A; als y,: „echte" stochastische variabelen, dus niet constanten, en hebben (a,-, yi) een cirkel- symmetrische normale verdeling met spreiding did onafhankelijk is van i, dan is volgens Van Uven de aangewezen vereffeningslijn die, waarvoor de som van de kwadraten van de loodlijnen uit de waargenomen punten (ay;) minimaal is. Van Uven behandelde de methode om a en £S te schatten en gaf teven schattingen over [3] Wij noemen: (met J. C. Kapteyn) Skew frequency curves. Hoitsema brothers, Groningen, 69 biz. (1916); On treating skew frequency curves. Proc. Amsterdam. XXVIII biz. 797-811, 919-935 en XXIX, 580-588 (1925-26). Skew correlation between three and more variables. Proc. Amster dam XXXII, 793-807, 995-1007, 1085-1103 (1929). [6] Extension of Pearson's prob. distributions of two variables. Proc. Amsterdam. L. 1061-1070, 1252-1264; LI, 41-52, 191-196, (1947-48).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 59