86 afwijkingen op voor de coördinaten X en Y, maar het is toch wel duidelijk dat we beide punten niet dezelfde nauwkeurigheid kunnen toekennen. We kunnen zelfs niet meer zeggen dat het ene punt „nauwkeuriger is dan het andere. De nauwkeurigheid van een punt kunnen we immers niet uitdrukken in één getal, maar alleen in een matrix van hoofd- en kruisvarianties, en niet meer in een of meer betrouwbaarheidsintervallen, maar alleen in een be- trouwbaarheidsge&iea!, bijv. de standaardellips. Y> 92 92 92 92 Kunnen we nu met behulp van onze matrix van hoofd en kruis varianties resp. met onze standaardellips, beide per punt, een uitputtende beschrijving geven van de nauwkeurigheid van drie- hoeksnetten en van snelliuspunten Neen, dat is niet mogelijk, want even zo als twee coördinaten van één punt samenhangen, bestaat er ook verband tussen de verschillende punten van een driehoeksnet of tussen snelliuspunten uit één gebied. Wat inte resseert het ons bijv. dat de punten uit een bepaald gebied een grote standaardellips hebben, indien hun onderlinge samenhang uitstekend is? Dat dit het geval kan zijn zal U duidelijk worden uit het volgende voorbeeld. Stel het geval dat we twee punten hebben, welker coördinaten de volgende matrix van hoofd en kruisvarianties hebben (in cm2); zie tabel i. Voor de standaard ellipsen van de^punten i en 2 vinden we dan een cirkel met een straal van ]/ioo 10 cm, maar beschouwen we nu de relatieve standaardellips van de punten 1 en 2, gedefinieerd met behulp van de coördinaatverschillen X X1 X2, en Y Y1 Y2, dan vinden we een cirkel met een straal van J'ioo 100 2,92 4 cm. Hieruit blijkt wel voldoende het belang van de relatieve standaard ellipsen. Nu moeten we ons wéér de vraag stellen: kunnen we, met behulp van onze absolute en relatieve stanaardellipsen een beschrijving geven van de nauwkeurigheid van een systeem punten En weer luidt het antwoordslechts in beperkte mate. Immers een volledige beschrijving van de nauwkeurigheid van een aantal punten kunnen we alleen geven aan de hand van een volledige matrix van hoofd- en kruisvarianties van de coördinaten. En meetkundig kunnen we de nauwkeurigheid alleen maar beschrijven met behulp van een hyperellipsoïde met 2 n dimensies, als n het aantal punten is. De matrices van hoofd- en kruisvarianties per punt zijn slechts deel- *1 Yi *1 100 0 0 *1 0 100 0 X2 0 100 0 ^2 0 0 100 tabel i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 24