93 veel toegepast wordt, dan kunnen we k als onbekende in de nets- vereffening invoeren en zo bepalen. Maar stel nu eens dat de geoïde in het beschouwde gebied sterker gekromd is dan onze aangenomen referentieboldit zou door lokale massaverdeling kunnen voorkomen. Kunnen we dan door verticale hoekmeting een correctie aan R berekenen Als we invoeren K AA en R R0 AR, waarin k0 en R0 aangenomen voorlopige waarden zijn, dan wordt (i) (j I Hm)tr 4^ 4' Aié—^-A R Uit een aantal vergelijkingen (2) kan men echter nooit Ak én AR bepalen, omdat in elke vergelijking de coëfficiënt van AR Ro maal zo groot is als die van AA Als we evenveel vergelijkingen als onbekenden (daarbij de Hj inbegrepen) hebben, is de determinant van het stelsel nul; hebben we een vereffening waarbij meer ver gelijkingen dan onbekenden optreden, dan wordt de determinant van de normaalvergelijkingen nul. Nu komt een regelmatige extra kromming van de niveauvlakken, waarbij die niveauvlakken bollen zijn, zelden voor, veeleer zullen we te maken hebben met onregelmatige schietloodafwijkingen. We meten dan niet de verticale hoek aty, maar een hoek (3,y, be trokken op het werkelijke horizontale vlak in P,. We kunnen dan in (1) substitueren: Shy —V referentie-ellipsoïde Fig. i Hj Hi (2) R0 2 Rg COS2 aij 2 Rg COS2 a(y 2 Rl COS2 aij 1 k0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 31