99
schappelijke aansluitingsonbekenden over zijn. Dan worden die
gemeenschappelijke onbekenden berekend, en door terugsub
stitutie de overige.
2. De Duitse Geodetische Commissie, die het net aan de Tech
nische Hogeschool van München liet vereffenen op verschillende
manieren, o.a. met een iteratiemethode, waarbij één man de
vereffening in ca. 100 uur uitvoerde met behulp van een Bruns-
viga rekenmachine en een rekenlineaal!
3. Het Laboratorium voor Geodetische Rekentechniek in Delft.
Uiteraard zal ik mij beperken tot een korte aanduiding van de in
Delft gevolgde methode. Er werd een vereffening in fasen gekozen
om verschillende redenen
1. Het opsplitsen van het net in deelnetten die eerst elk op zich
vereffend, en vervolgens aangesloten worden, levert een mogelijk
heid in elk deelnet een schatting voor de variantiefactor (in oudere
terminologie het kwadraat van de middelbare fout van de ge
wichtseenheid) te berekenen, en die schattingen te vergelijken:
a) met de waarde die uit de gewichtsformule volgt,
b) met elkaar.
Dit betekent een statistische toetsing op modelfouten of system
matische fouten.
2. De berekeningen zijn door de Afdeling Bewerking Waar
nemingsuitkomsten van T.N.O. in Den Haag uitgevoerd op een
elektronische rekenautomaat, de Zebra. De capaciteit van het
geheugen van deze machine maakt het onmogelijk een matrix van
de orde 68 ineens te inverteren, zodat ook uit het oogpunt van
rekentechniek een splitsing gewenst was.
3. De vereffening bood een welkome gelegenheid de in Delft
ontwikkelde fasevereffening en verdere theorieën op een groot
maar in wezen eenvoudig probleem toe te passen en zodoende er
varing op te doen, die later bij meer gecompliceerde vereffeningen
van driehoeksnetten van grote waarde zal blijken.
4. Eventuele latere toevoeging van nieuwe landen is gemakkelijk.
De splitsing werd uitgevoerd zoals in fig. 5 is aangegeven. De
keuze der grenzen tussen de verschillende blokken werd bepaald
door de gewenste omvang der deelnetten, door het verwachte ver
schil in betrouwbaarheid der verschillende bijdragen en door
geografische factoren.
De vereffening is nu als volgt verlopen. (Wij zullen voor het
gemak van hoogten en hoogteverschillen blijven spreken waar we
van „geopotentiële koten" en potentiaalverschillen zouden moeten
spreken.)
In elk deelnet werd een nulpunt aangenomen en de hoogte
verschillen van de overige punten van het deelnet met dit nulpunt
werden als onbekenden ingevoerd. Elk waargenomen hoogte
verschil gaf dus aanleiding tot een correctievergelijking: