Ha H& te s* gewicht ga.
We zien hier voor ons een correctievergelijking van het tweede
standaardvraagstuk volgens de terminologie van Tienstra. Elk
deelnet werd zodoende vereffend met het tweede standaard
vraagstuk; de formules zijn in matrixnotatie aangegeven in bij
gaand schema.
Het resultaat van de eerste fase is dus dat we de vereffende
hoogten x van de punten van elk deelnet t.o.v. het nulpunt van dat
deelnet kennen, met hun gewichtscoëfficiënten (cofactoren)
Verder zijn de hoogten y van de aansluitingspunten die met „losse
poten" aan het deelnet~vastzitten nu ook bekend; hun gewichts
coëfficiënten zijn ook heel gemakkelijk te berekenen. In de tweede
fase van de vereffening worden nu deze hoogten t.o.v. de ver
schillende nulpunten als waarnemingen ingevoerd het geheel
der oorspronkelijke waarnemingen wordt vervangen door andere,
die in fig. 6 zijn aangegeven, door elk punt rechtstreeks met
het bijbehorende nulpunt te verbinden. Natuurlijk correleren al
deze waarnemingen voor zover ze bij één deelnet behoren; van
deelnet tot deelnet is er geen correlatie. We kunnen nu gemakkelijk
demonstreren hoe de tweede fase ontstaat. Het is duidelijk dat er
hier twee soorten van waarnemingen aanwezig zijn: a) die, welke
in de voorwaarden voorkomen en in fig. 6 met dikke lijnen zijn
aangeduid, b) die, welke niet in de voorwaarden voorkomen; m.a.w.
een coëfficiënt nul in de vergelijking hebben; ze zijn met dunnere
lijnen aangeduid.
100
Fig. 6