Verder kunnen we ook de standaardafwijking van het hoogte verschil tussen twee willekeurige punten berekenen. Om enkele voorbeelden te noemen: de standaardafwijking tussen Denemarken en de Adriatische zee (M 28-M 49) is 3 cm, tussen de Noordzee en de Middellandse Zee (M 32-M 47)5 cm. Tussen M 46 en M 47 aan de Middellandse Zee is de s.a. 6 cm, tussen N.- en Z. Zweden (M 13- M 15) is die 20 cm, en tussen N. Noorwegen en Z. Spanje (M 22- M 44) is de s.a. 25 cm. Vervolgens het meest interessante de vergelijking van het net met gemiddeld zeeniveau. Door het I.G.N. in Parijs zijn de ge middelde zeeniveaus voor ca. 45 aan het net verbonden peilschalen over een reeks van jaren gebruikt om een gemiddelde voor een bepaald tijdstip, nl. 1950-0, te berekenen. De N.A.P. hoogten van deze gemiddelde zeeniveaus zijn nu dus bekend. Er blijken nogal grote verschillen op te treden en nu zien we het grote belang van de berekening van de gewichtscoëfficiënten van de einduitkomsten van de vereffening want met behulp hiervan kunnen we een min of meer zeker oordeel vellen over de vraag of de verschillen in zee niveau reëel zijn of dat ze aan de onnauwkeurigheid van het net te wijten zijn. Hierbij moeten we opmerken dat er over de nauwkeurig heid van de peilschaalwaarneming niet veel bekend is, en dat we ook niet weten of er eigenlijk bepaalde correcties aan gegeven zouden moeten worden. De manier waarop we zulk een oordeel vellen is weer gebaseerd op een statistische toetsing. Het beginsel is, dat we een voorwaarden- model opstellen waarvan we wensen te weten of het met de waar nemingen strookt of niet. We toetsen dan de hypothese dat het gemiddelde zeeniveau de eigenschappen heeft die door de voor waarden tot uitdrukking worden gebracht. Bijvoorbeeld: W Hi o, d.i. het zeeniveau bij peilschaal i is even hoog als dat bij peilschaa.1 j. Uit de vereffening op de voorwaarde vinden we weer een schatting voor de variantiefactor, die aan de schatting voor die van het hele net getoetst kan worden met de F-toets. In dit geval van twee peilschalen die met elkaar vergeleken worden komt dit ongeveer op hetzelfde neer als het vergelijken van hun verschil met de standaardafwijking van hun verschil. Evenzo kunnen we bekijken of een groep peilschalen hetzelfde zeeniveau aangeeft, of er een significant verschil tussen de ver effende hoogten van twee groepen peilschalen bestaat, enz. Het resultaat van deze onderzoekingen is, dat slechts bij 14 van de 44 peilschalen het gemiddelde zeeniveau significant van N.A.P. afwijkt. Geen enkele peilschaal in de Botnische Golf is bij die 14, en alleen M 34, 35, 48, 49 en 50 zijn zeer significant. Er is geen tijd om alle beschouwde hypothesen te bespreken. Te zijner tijd zal hierover wel een publikatie verschijnen, en een samenvatting wordt binnenkort in Bulletin Géodésique afgedrukt. 103

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 41