Maar één voorbeeld zij hier ter illustratie nog gegeven. We kunnen de peilschalen aan de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee samenvatten in een groep en door vereffening een groepsgemiddelde voor elk der groepen bepalen, met de gewichtscoëfficiënten der groepsgemiddelden. Dan kunnen we onderzoeken of het verschil tussen deze groepsgemiddelden zo klein is dat we het aan de on nauwkeurigheid van het net kunnen toeschrijven. Welnu, dit bleek niet het geval te zijn, het verschil is zeer significant. Maar toch moeten we heel voorzichtig zijn met een conclusie dat het zeeniveau van de Middellandse Zee lager is dan dat van de Atlantische Oceaan. Het Franse en het Spaanse net zijn nogal onbetrouwbaar en juist op de plekken waar we zo'n verschil a.h.w. zouden moeten zien aan groeien, in de straat van Gibraltar en de Spaanse oostkust, daar ontbreken nog te veel peilschalen. Naar onze mening is dus het bewijs van een niveauverschil wel wettig, maar nog niet over tuigend. Er gaat echter een nauw contact groeien met oceanografen, en als bovendien in de toekomst meer en betere waarnemingen ter beschikking komen, zal de internationale samenwerking, die in de schepping van het Europese waterpasnet zo mooi tot uiting is gekomen, nog rijke vruchten dragen. Ir. E. F. MEERDINK, Problemen bij de vereffening en berekening van triangulaties op bol en ellipsoïde Zoals bekend worden triangulaties onder meer uitgevoerd om punten ten opzichte van elkaar vast te leggen. Dit gebeurt dan door middel van coördinaten. Als eerste probleem komt nu de vraag naar voren wat voor coördinatenstelsel we zullen kiezen. We zouden ons bijvoorbeeld kunnen bedienen van een drie-assig cartesisch assenstelsel. Het 104 1. An outline of the adjustment of the United European Levelling Net is given. The net was split up in four parts, which were seperately adjusted and later joined. Mean square errors of an observation of unit weight in the different parts of the adjustment were statistically compared. The net furnishes geo-potential numbers for mean sea level at many stations along the European coast. A statistical investigation into the significance of observed differences in mean sea level is briefly described. 2. The adjustment of vertical angle measurements for the purpose of determination of heights and deviations of the vertical is treated. It is stated that the value of the coefficient of refraction k cannot be determined from the adjustment as an unknown, and enters into the solution as a para meter. The corrections to be given to the observations are independent of the value of k. The method of determining deviations of the vertical by using reciprocal angles only and leaving heights out of consideration is stated to lead to a singular system of equations. wetenschappelijk ambtenaar ie klas aan de Technische Hogeschool te Delft: Voordracht ter gelegenheid van de hogeschooldag op 8 januari i960.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 42