het gevaarlijk is om van één centraal gelegen datum-point uit te gaan. Immers wat is hierbij de invloed van de systematische voort planting van fouten, zoals we die onder meer zagen optreden bij de klassieke vereffening van de driehoeksvoorwaarden Beter kan daarom in ieder nationaal net een datum-point ge kozen worden van waaruit met behulp van directe verbindings lijnen naar de grenspunten de aansluitingsvoorwaarden opgesteld kunnen worden. Dit is een soort analogie met het Europese water- pasnet. De moeilijkheden zijn hier echter veel gecompliceerder doordat we, in tegenstelling tot het waterpasnet, hier te maken hebben met een meer-dimensioneel probleem. Een voordeel van de gekozen opzet is dat het hierbij niet nodig is om de referentie-ellipsoïde in ieder nationaal datum-point aan de geoïde te laten raken. We ontwijken nu dus het zoveel omstreden probleem van transformatie van lokale netten op verschillende ellipsoïden. Hiermee wil ik dan mijn voordracht besluiten. U zult begrepen hebben dat nog jaren van studie en onderzoek nodig zullen zijn om alle verdere kwesties van dit zeer gecompliceerde en veelomvattende probleem op te lossen. Litteratuuroverzicht N. D. Haasbroek, Investigation of the accuracy of readings on alignment nomograms. 172 biz., 24 X 16,5 cm, 124+42 figuren en tabellen; publikatie van het laboratorium voor geodesie, Delft, 1959- De lezer die belang stelt in de nomogratie, kent ongetwijfeld het uitstekende Nederlandse werk op dit gebied van Haasbroek: ,,Nomografie". Van de hand van dezelfde auteur verscheen als publikatie van het laboratorium voor geodesie te Delft: „Investi gation of the accuracy of readings on alignment nomograms". Het gebruik van nomogrammen neemt in de techniek een steeds grotere plaats in en dat is te begrijpen, omdat een nomogram het ons mogelijk maakt een snelle en voldoende nauwkeurige bepaling van een grootheid te krijgen, die veelal in het kleed van een in gewikkelde en weinig aantrekkelijke formule is gestoken. Bovendien geeft een nomogram een gemakkelijk inzicht in de verandering "3 The classical adjustment of triangulations can be effected in two steps, the first one of which is practically independent of the differences between spheroid and geoid. Only the second step is affected by the inaccuracy of the results of computations by Stokes's formula; if later new and better values of the deviations of the vertical are available, computations need only be renewed for the second step. A difficulty in the rigorous adjustment of large triangulations is the sys tematic propagation of rounding-off errors. If chains of triangulation are replaced by direct connecting lines between the end stations, an approxim ation method may be derived which within the limits of this uncertainty of rounding-off can be considered as a "rigorous" method.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 51