n6 RECHT EN ADMINISTRATIE Litteratuuroverzicht Rapport van de commissie van advies in zake aspecten van het kolonisatiebeleid ten aanzien van nieuwe domeingronden. Uitgave Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf, 's-Gravenhage 1959, 182 blz., 17x24 cm. Dit met ongeduld verwachte rapport is na een studie van vijf jaar verschenen. De taak van de commissie was de regering voor te lichten over het uitgifteprobleem in haar maatschappelijke aspecten. De uitgifte betreft ter beschikking komende domein gronden, zowel in de nieuwe IJsselmeerpolders als elders. De regering vraagt zich nl. af in hoeverre het wenselijk is deze gronden te gebruiken voor de verbetering van de agrarische structuur in het „oude land", waar vele bedrijven te klein zijn om doelmatig geëxploiteerd te worden. Moeten aan gebruikers van in uitvoering zijnde ruilverkavelingen gronden in de IJsselmeerpolders in gebruik worden gegeven? En dient een dergelijke maatregel ook te gelden voor boeren die om andere redenen hun grond verliezen (plano logische maatregelen, pacht die wordt opgezegd omdat de eigenaar zelf het bedrijf wil uitoefenen, enz.) De commissie, onder voorzitterschap van Prof. dr. E. W. Hofstee, liet door vier sub-commissies de volgende aspecten van het onder werp onderzoeken: 1. Sociaal-economische vraagstukken 2. Technische vraagstukken 3. Juridische vraagstukken 4. Andere belangen (bijv. planologische belangen van het oude land; buiten hun schuld gedupeerde individuele boeren; de boerenzoons; blz. 104/105). Het resultaat van de studie omvat, behalve de inleiding, nog negen hoofdstukken, te weten: Taakopvatting en terminologie, Het vraagstuk der te kleine bedrijven, Verschillende mogelijkheden tot oplossing van het vraagstuk en enkele nationaal-economische aspecten van bedrijfsvergroting, Ervaringen met bedrijfsvergroting in Nederland, De uitvoering van de bedrijfsvergroting, Wettelijke voorzieningen, Andere belangen, De belangen van de toekomstige samenleving in de IJsselmeerpolders, Samenvatting en conclusies. De bijlagen nemen ruim 50 bladzijden in beslag. Het verheugt mij dat de commissie in het begin de terminologie behandelt en de deftig klinkende, maar in dit verband verkeerd gebruikte begrippen interne en externe sanering vervangt door omschrijvingen waarin het woord bedrijfsvergroting voorkomt. Veel is gedurende de laatste jaren over de bedrijfsvergroting gesproken. Bijna iedere ruilverkavelaar is er bij betrokken geweest. Verschillende van de in het rapport besproken en aanbevolen maat regelen zijn al in praktijk gebracht. Daarom wil ik slechts op

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 54