enige punten van dit zeer lezenswaardige rapport de aandacht
vestigen.
Op blz. 77 „wil de commissie verder nog als haar mening te ken
nen geven, dat het uiteraard gewenst is op enigerlei wijze controle
uit te oefenen op het werk der plaatselijke commissie en, vóórdat
de toedeling der gronden wordt opgesteld, de mogelijkheid van
beroep te scheppen voor de betrokken personen in de ruilverkave-
lingsgebieden, evenwel onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat
hieruit geen recht op bedrijfsvergroting zou mogen voortvloeien".
Op welke wijze dit zou moeten worden verwezenlijkt laat de com
missie in het midden. In de eerste plaats meen ik dat het woord
„recht" beter kan worden vervangen door „eis". Immers, indien
het principe van de bedrijfsvergroting voor een blok is aanvaard
ontstaat voor alle gebruikers met een bedrijf boven een minimum
grens (bijv. 5 ha) en beneden een maximumgrens (bijv. 15 ha; het
recht op bedrijfsvergroting. Zij kunnen echter niet allen eisen dat hun
bedrijven worden vergroot. Dit hangt af van verschillende factoren
Is er voldoende grond; voldoen de boeren aan maatschappelijke,
financiële en landbouw-technische gestelde voorwaarden
Afgezien van de omstandigheid dat een nieuwe beroepsmogelijk
heid de uitvoering van een ruilverkaveling nog meer zal ophouden,
meen ik dat ook in dit geval de hoogste waarborgen voor een on
partijdige behandeling moeten worden gegeven, d.w.z. dat op
dezelfde wijze zal moeten worden gehandeld als bij de vaststelling
van de rechten en de toedeling. In feite hangt de bedrijfsvergroting
zeer nauw samen met de twee hiervoor genoemde begrippen en zij
is voor de belanghebbende uitermate belangrijk.
Bijzondere aandacht vraag ik voor hoofdstuk VII, Wettelijke
voorzieningen. Het gaat er hierom welke wettelijke maatregelen
dienen te worden getroffen om de bereikte bedrijfsvergroting, in
het bijzonder in de verkavelingsgebieden, te beschermen. Nagegaan
wordt in hoeverre de bestaande wetgeving ten aanzien van het
verkeer in het agrarisch onroerend goed waarborgen biedt tegen
onverantwoorde bedrijfssplitsing (blz. 81).
De door vervreemding van land, verpachting en vererving ont
stane gebruiksveranderingen worden in beschouwing genomen.
Uitvoerig wordt ingegaan op verschillende maatregelen, die al dan
niet voor toepassing worden aanbevolen. In de gesaneerde gebieden
wordt o.m. een contractueel splitsingsverbod met boete-en ketting-
beding als oplossing verworpen. Voor de bestudering van het vraag
stuk ter voorkoming van ongewenste splitsing van landbouw
gronden bij vererving acht de commissie een speciale commissie
gewenst. Wel acht de commissie een verplichte publiekrechtelijke
toetsing van boedelscheidingen in het algemeen noodzakelijk. Over
de vestigingseisen bestaat in de boezem van de commissie verschil
van mening. De planologische wetgeving acht men niet geschikt
om te worden gehanteerd in zake bestrijding van de bedrijfs
splitsing, enz.
ii 7