6 7
In dit stadium van kennis of belangstelling is het begrip vogel
geëvalueerd tot een verzameling van eenheden, de soorten. Als
veelheden treden op: de vogel, de tweevoeter, de viervoeter, etc.
Dit is dan eigenlijk een onderscheiding tussen eenheden van hogere
orde, om aan te geven de begrenzing van het gebied waarnaar de
belangstelling uitgaat.
Gaat de kennis of de belangstelling dieper, dan voltrekt dit proces
van het opsplitsen in eenheden zich verder. Zo kan de belangstelling
uitgaan naar verschillen tussen individuen van één vogelsoort,
waarbij dan ook vaak de belangstelling slechts één soort betreft!
Deze soort wordt dan een veelheid, de individuen de eenheden.
Men kan ook stellen, dat bij verdergaande kennis de ene veelheid
zich oplost in een verzameling van veelheden, zodat men ook veel
heden van hogere en lagere orde kan beschouwen.
Maar wat merkwaardig is: niet voor iedere vogelvriend zal dit op
splitsingsproces hetzelfde zijn. Men kan zelfs twisten over wat onder
het begrip vogel verstaan moet worden, d.w.z. welke overgangs
vormen nog meegerekend moeten worden. Eveneens bestaat geen
eenstemmigheid over de indeling in soorten en eventuele onder
soorten. Belangrijker is nog, dat verdergaande kennis leidt tot
andere groeperingen, andere veelheden, waarbij soms weer veel
heden tot eenheden bijeengenomen worden. Men denke aan de
studie van vogels van verschillende soorten die óf zelfde zang
uitingen of zelfde nestgewoonten of wijzen van voedselzoeken
vertonen.
Betrekt men hierbij aspecten van het landschap die van belang
zijn voor het onderzoek, dan kan men tot eensdeels uitgebreidere,
anderdeels kleinere verzamelingen van veelheden of eenheden
komen, bijvoorbeeld de groep der zangvogels verenigd met be
bossingsaspecten van hun verspreidingsgebied of met insecten die
hen tot voedsel dienen. Uitgangspunt blijft dan wel de vogel, maar
een bepaalde soort of groep van soorten en gekoppeld aan deel-
elementen uit heel andere typen verzamelingen.
Zo kan hetzelfde onderzoekmateriaal tot verschillend gericht
onderzoek voeren en leiden tot het beoefenen van verschillende
vakgebieden. Maar essentieel is, dat indeling in veelheden en van
veelheden in eenheden voornamelijk bepaald wordt door inzicht
en instelling van de individuele onderzoeker. Hierdoor wordt ook
duidelijker, waarom steeds scheidsmuren van vakken geslecht
worden, die echter in andere vorm steeds weer zullen herrijzen.
Vooral het begrip eenheid zie ik als sterk gebonden aan de persoon
van de onderzoeker, waardoor dus gemakkelijk reeds over de basis
van een onderzoek verschil van mening kan bestaan.
Er is meer, dat met behulp van ons vogelvoorbeeld verduidelijkt
kan worden. In de leertijd van elke vogelvriend is er altijd een
periode, dat primair de zeldzame of exotische vogels zijn belang
stelling hebben. Welk een desillusie voor hem als de vaktijdschriften
studies van leven en nestgewoonten van „gewone" vogels als huis-