2. Notulen. De notulen van de op 19 april 1958 te 's-Hertogen- bosch gehouden algemene vergadering worden onveranderd goed gekeurd. 3. Jaarverslag. De voorzitter deelt mede dat, in verband met de verschijningsdatum van het Tijdschrift, het jaarverslag dit jaar werd opgenomen in het Orgaan van de vereniging. De vergadering gaat hiermede akkoord en zonder verdere discussie wordt het jaarverslag goedgekeurd. 4. Bestuursverkiezing. De voorzitter deelt mede, dat dit jaar twee bestuursleden reglementair moeten aftreden, waarvan hijzelf wel herkiesbaar is doch de heer Wytema niet. Hij merkt daarbij op dat een eventuele herkiezing van hem als voorzitter slechts voor een periode van twee jaar zal zijn, aangezien hij thans reeds vier jaar als voorzitter deel uitmaakt van het bestuur. De heer Wytema deelt mede, dat enige afdelingen de heer Van Lent opnieuw kandidaat gesteld hebben voor de functie van voor zitter. Tegenkandidaten werden daarbij niet genoemd en daar deze ook tijdens de vergadering niet naar voren komen, stelt de heer Wytema voor de aftredende voorzitter opnieuw als zodanig te benoemen, welk voorstel door de vergadering onder applaus wordt aangenomen. Ten aanzien van de vacature-Wytema deelt de voorzitter mede dat hierin kandidaat gesteld zijn de heren Ir. H. de Ridder te 's-Gravenhage, W. van Berk te 's-Hertogenbosch, Ir. G. S. C. van Beek te Sittard en Ir. R. S. Dijkstra te Leeuwarden. Van de heer De Ridder is bericht binnengekomen dat hij de kandi datuur niet kan aanvaarden. Bij de eerste schriftelijke stemming worden uitgebracht 69 stemmen, te weten 33 op de heer Van Berk, 18 op de heer Van Beek, 16 op de heer Dijkstra, terwijl 2 blanco- stemmen werden afgegeven. Bij de tweede vrije stemming verkreeg de heer Van Berk 47 stemmen, de heer Van Beek ii stemmen, de heer Dijkstra ii stemmen, terwijl 1 blanco stem werd uitge bracht, waardoor dus de heer W. van Berk wordt aangewezen als bestuurslid in de vacature-WYTEMA. De voorzitter richt vervolgens het woord tot het aftredende bestuurslid de heer Wytema. Hij memoreert dat deze zes jaar deel heeft uitgemaakt van het hoofdbestuur, waarvan vijf jaar als secretaris. Zijn grote werklust, zijn waardevolle kritische be schouwingen en niet in de laatste plaats zijn taaiheid, werden al die jaren zeer op prijs gesteld door zijn medebestuursleden en het is dan ook voor de voorzitter een behoefte aan de heer Wytema de welgemeende dank van vereniging en bestuur te betuigen voor de prettige wijze van samenwerking en voor alles wat het aftredende bestuurslid voor de vereniging heeft willen doen. De heer Wytema zelf is van mening dat hem veel te veel eer wordt gedaan. Het bestuurslidmaatschap is voor hem steeds een groot genoegen geweest en hij op zijn beurt heeft ook steeds de positieve kritiek van zijn medebestuursleden op prijs gesteld. Hij 124

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 62