is daarom van mening dat een woord van dank van hem aan leden
en bestuur hier zeker op zijn plaats is.
5. Nederlandse Landmeetkundige Federatie. Op verzoek van de
voorzitter verklaart de secretaris van de N.L.F., lr. I. P. Toussaint,
zich bereid enige mededelingen te doen over het werk van de fede
ratie. Hij drukt er zijn spijt over uit dat deze mededelingen deze
keer zeer kort zullen moeten zijn; na de drukte van het in 1958
georganiseerde F.l.G.-congres, heeft het bestuur het dit jaar wat
kalm aan gedaan. Dit had tot gevolg dat het jaarlijkse nationale
congres werd gekoppeld aan de studiedagen te Zwolle.
Wat het F.l.G.-congres betreft kan hij tot zijn genoegen mede
delen, dat gerekend mag worden op een behoorlijk batig saldo,
over de bestemming waarvan door het hoofdbestuur van de N.L.f!
nog een besluit zal moeten worden genomen.
Hij brengt verder in herinnering het rapport aangaande de struc
tuur van de federatie, welk rapport in het Tijdschrift voor Kadaster
en Landmeetkunde is opgenomen.
6. Hoofdbestuur N.L.F. Op voorstel van het bestuur wordt be
sloten voorzitter en secretaris aan te wijzen als vertegenwoordigers
van de vereniging in het hoofdbestuur van de Nederlandse Land
meetkundige Federatie.
7. Rondvraag. Door de heer Rogge wordt een vraag gesteld over
de publikatie van de Rijksbegroting i960 in het Orgaan van de
vereniging. Hij heeft deze publikatie in het laatst verschenen orgaan
gemist. De voorzitter zegt in zijn antwoord dat het orgaan is ver
schenen op het ogenblik dat de Rijksbegroting nog niet in het bezit
van het bestuur was. Uitstel van de verschijningsdatum van het
orgaan was niet mogelijk, in verband met de algemene vergadering.
Zo spoedig mogelijk zal een nieuwe aflevering van het orgaan ver
schijnen, waarin dan deze begroting en een overzicht van de be
grotingsdebatten in de Kamers zal worden opgenomen. De voor
zitter wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om de leden
er nog eens op te wijzen dat een orgaan niet alleen kan bestaan uit
een omslag en enige bestuursmededelingen. Er zullen ook artikelen
in moeten voorkomen en deze behoren door de leden te worden
verstrekt.
Aan een jubileum is onverbrekelijk verbonden het werpen van
een terugblik over het afgesloten tijdperk. Ook het K. en L.-
jubileum ontkwam daar niet aan en zo was al spoedig de ontwikke
ling van de vereniging en ook die van het dienstvak van het kadaster
in de periode 1884-1959 het onderwerp van een levendige discussie.
Met voldoening werd geconstateerd dat er in al die jaren veel ten
goede is veranderd: door uitbreiding van personeel is een veel in
tensievere velddienst mogelijk geworden, terwijl toch de uitgevoerde
metingen sneller konden worden afgewerkt. Genoemd worden
verder de modernisering van het instrumentarium welke heeft
plaats gehad, de verbeterde inrichting van de reproduktie-dienst
en de oprichting van de kadastrale fotogrammetrische dienst.
125