overgang van „Taschenbuch" naar „Handbuch" (2e druk 1877) nl. van ongeveer 100 naar 250 pagina's. Bij de 9e druk (1933) is dit aantal pagina's aangegroeid tot 370; thans, bij de 10e druk in 1956, een verdubbeling tot bijna 750. Het voor de waterpassing gereserveerde deel is hierbij het meest toegenomen; in het „Taschenbuch" met 12 pagina's nog het kortste van de vier onderdelen, is het in deze 10e druk met 339 pagina's verreweg het belangrijkste onderdeel geworden. De behandeling van de barometrische hoogtemeting daarentegen vergt thans praktisch evenveel pagina's als in 1877. Band III van de 10e druk is een bewerking van de hoofdstukken I t/m IV uit de vroegere Band II, 2. Halbband. Kneissl heeft genoemde hoofdstukken echter de naam „deel" gegeven, onderver deeld in hoofdstukken en paragrafen. Deze onderverdeling van de 4 delen, welke in de oudere druk ontbreekt, komt de overzichte lijkheid van het werk zeer ten goede. De indeling is als volgt: ie deel: Das Geometrische Nivellement. 9 hoofdstukken. 2e deel: Trigonometrische Höhenmessung. 5 hoofdstukken. 3e deelBarometrische Höhenmessung. 2 hoofdstukken. 4e deel: Tachymetrie. 5 hoofdstukken. 1. Teil. Das geometrische Nivellement. In het eerste hoofdstuk „Einfaches Nivellierverfahren" wordt de oude druk nog op de voet gevolgd, in hoofdstuk II „Das Nivelliergerat" vinden we daarvan praktisch niets meer terug. De bewerker gaat zeer uitvoerig in op bouw en ontwikkeling van de instrumenten, waarbij constructie details als niveauprisma, hellingschroef, verticale as en statiefkop aan een grondig onderzoek worden onderworpen. Zoals ook in de oudere drukken, is veel aandacht besteed aan de beschrijving van een groot aantal instrumenten uit de Duitse en Zwitserse industrie. Deze tendentie treffen we in het gehele boek aan. Men zou terecht kunnen aanvoeren dat de hier vermelde gegevens ook te vinden zijn in de drukwerken van de verschillende firma's; toch heeft de ver zameling in dit handboek zijn nut, al was het alleen maar als een geschiedkundige vastlegging van de huidige stand van zaken op instrumenteel gebied. Naar gegevens over oudere instrumenten zoekt men in de oude drukken bijna nooit tevergeefs; voor een beschrijving van oudere instrumenten en constructies wordt in deze 10e druk verwezen naar deze oude drukken. Hoe snel een dergelijke „volledige" verzameling instrumenten veroudert blijkt overigens bij de automatische waterpasinstrumenten. Het boek behandelt slechts de Zeiss-Ni-2, terwijl thans bij verschillende andere fabrieken soortgelijke instrumenten verkrijgbaar zijn. In de volgende hoofdstukken (III „Prüfung und Berichtigung der Nivellier- instrumente" en IV „Systematische und zufallige Nivellierfehler") is de stof overzichtelijker geordend dan in de ge druk het geval was. Vooral aan de systematische invloeden op de waterpassing is meer 137

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 11