138
aandacht besteed. Hoofdstuk V „Besondere Nivellierverfahren" is
ongewijzigd gebleven. Hoofdstuk VI „Das Fernnivehement"
geeft ons weer een geweldige uitbreiding van de stof te zien. Ook
hier weer een uitvoerige beschrijving van de meest gebruikte
Duitse en Zwitserse instrumenten; graag had ik hierbij toch wel
eens een Amerikaans, Engels of Frans instrument gezien. De wer
king en constructie van de optische micrometer is tot in details
behandeld. In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan op de correcties
voor refractie en voor de aantrekking van zon en maan; de aflei
dingen van Kukkamaki zijn hierbij op de voet gevolgd. Aan het
meten van rivierovergangen is meer aandacht besteed dan in de 9e
drukjammer dat de verwijzing naar het artikel van Schermerhorn
over dit onderwerp thans is weggelaten.
De hydrostatische waterpassing wordt tot mijn spijt zelfs niet
vermeld. Dit is te merkwaardiger als men weet dat deze methode,
reeds in 1938 en 1939 met succes door nprlund in Denemarken
toegepast, tijdens de bewerking van deze 10e druk ook in Duitsland
in de belangstelling stond blijkens de publikaties van Sandig en
Scheel. In dit handboek diende toch minstens een opgave van de
desbetreffende Deense litteratuur aanwezig te zijn.
De internationale formules voor de berekening van de nauw
keurigheid van een waterpassing worden behandeld in de paragrafen
37 en 38- De duidelijke uiteenzetting van Baeschlin over de
formules van 1912 is in zijn geheel (14 pag.) overgenomen. Bij de
hierin voorkomende afleiding van de nauwkeurigheid der ver
schillende formules is geen rekening gehouden met het feit dat men
met steekproeven van slechts twee waarnemingen te doen heeft; de
afgeleide conclusies zijn echter juist. Voor de latere formules is een
vertaling opgenomen uit het Bulletin Géodésique 1950 nr. 18. Met
het commentaar van Kukkamaki aan het einde van deze paragraaf
kan ik mij geheel verenigen, slechts zou ik bij de keuze van de for
mules allereerst (6) willen stellen en daarna pas (14).
Het werk van de Association Internationale de Géodésie wordt
belicht in 39. De door herhaalde waterpassing geconstateerde
bodembeweging in Finland 41) geeft een mooi beeld van tastbare
resultaten.
Hoofdstuk VII „Ausgleichung von Nivellementsnetzen" geeft
behalve het ie en 2e standaardvraagstuk nog enige methoden van
opvolgende benadering. Zoals bij Jordan gebruikelijk, uitvoerig
met voorbeelden toegelicht.
Achter in dit hoofdstuk is de invloed van de zwaartekracht op de
waterpassing ondergebracht; naar mijn smaak zou het logischer
zijn geweest deze voor de vereffening te behandelen.
Hoofdstuk VIII „Erkundigung, Festlegung und Versicherung
der Nivellementsfestpunkte, Normalnull", geeft o.a. een goed
overzicht van de wijze van verzekering der hoogtepunten. De
Amsterdamse afkomst van het N.N. wordt hier niet (zoals in de 9e
druk) verzwegen.