139 Het eerste deel wordt afgesloten met hoofdstuk IX „Stand und Entwicklung der deutschen Haupthöhennetze", waarin o.a. een overzicht van de Duitse waterpassingen van de eerste orde sinds 1865 en een goede samenvatting van de opzet van de nauwkeurigheids waterpassing in Beieren na 1945- Het 2. Teil „Trigonometrische Höhenmessung" is niet zo in grijpend gewijzigd als het eerste deel; grote stukken zijn sinds de 9e druk onveranderd gebleven. De hoofdstukken X „Messung und Berechnung der Höhenwinkel" en XI „Theorie der Trigonome- trischen Höhenmessung" zijn uitgebreid met een beschouwing over de nauwkeurigheid van trigonometrische hoogtemeting. Fig. 1, behorende bij 57, is abusievelijk weggelatende figuur is te vinden op pag. 141 van de 9e druk. De hoofdstukken XII „Anwendung der trigonometrischen Höhenmessung" en XIII „Ausgleichung eines trigonometrischen Höhennetzes" zijn weer, naar goed gebruik, gevuld met een groot aantal uitgewerkte voorbeelden van berekening en vereffening. De Wissenschaftliche Probleme der trigonometrischen Höhen messung" (hoofdstuk XIV) omvatten de oude theorie van de refractie volgens Jordan, thans uitgebreid met een samenvatting van de theorie ontwikkeld door Levallois en De Masson d'Autume, alsmede een nieuwe paragraaf gewijd aan de invloed van schietloodafwijkingen op de trigonometrische hoogtemeting. Over het 3. Teil „Barometrische Höhenmessung" kunnen wij kort zijn: de 9e druk is bijna geheel onveranderd overgenomen. Natuurlijk zijn ook hier een aantal nieuwe instrumenten opge nomen, o.a. de bekende aneroïde van Paulin en de microbarometer van Askania. In 80 „Barometer mit Gasfeder" mis ik de statos- coop van Vaisala en het door Laursen ontworpen instrument. Weliswaar zijn deze instrumenten door het benodigde ijs niet ge schikt voor veldgebruik in onontgonnen gebieden, in een handboek zouden ze toch genoemd moeten worden. 4. Teil. Tachymetrie. In hoofdstuk XVII „Kreistachymeter" volgt na een zeer overzichtelijke samenvatting van de ontwikkeling der optische afstandmeting de theorie van de gewone draden- afstandmeter volgens de 9e druk. Als uitbreiding vinden wij hier de theorie van de kijker met centrale instellens, een benaderde reken- formule voor de afstand (pag. 557) en een behandeling van de speciale tachymetrische rekenlinealen die in de laatste jaren zijn ontwikkeld. De beschrijving van de verschillende typen tachy- metertheodoliet is weer aangepast aan de huidige stand van de techniek. Aan de reducerende tachymeter is het hoofdstuk XVIII „Re- duktionstachymeter" gewijd. Het gedeelte over liniaal- en con- tacttachymeters is onveranderd gebleven; aan de diagramtachy- meters is thans echter zeer veel aandacht besteed. Na een algemeen overzicht van de gemeenschappelijke principes en een beschouwing over berekening en constructie van de diagrammen volgt weer een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 13