142
thans bezig hier en daar bij een kadaster ponskaarten in te voeren.
Ook daarbij heeft het lang geduurd eer men er toe komen kon.
„Der Vermessungsfachmann hat für die Katasterbücher, den be-
schreibenden Teil des Katasters, im allgemeinen weitaus weniger
Interesse, als für die Katasterkarten, den bildlichen Teil", zo
begint Höllrigl het onder 6 genoemde opstel. In K. en L. vindt
men in de laatste 25 jaar slechts twee artikelen over de kadastrale
boekhouding: de belangwekkende uiteenzetting van de ingenieur
verificateur (toen nog landmeter) van het kadaster W. Joosten in
1947, nr. 6, blz. 283-299, en de bijdrage van Ir. W. van Riessen
tot het jubileumnummer (1959, nr. 5, blz. 246-256). Tenslotte
vinden we in de Rapporten ingediend op het ge congres van de
N.L.F. (1949) op blz. 16-39 n°g een interessante verhandeling over
de modernisering van de kadastrale (en hypothecaire) boekhouding,
eveneens van de hand van Ir. Van Riessen. Dat opstel behandelt
de openbare registers (dagregister en register van in- en over
schrijving) maar ook de hulpregistersde kadastrale legger, de
perceelregisters en de algemene naamwijzer, waarvoor de schrijver
op blz. 38 enige praktische suggesties oppert. Hij verwijst daarbij
naar het reeds genoemde artikel van Joosten. Ook ik zal daar
enige malen naar verwijzen.
Er is echter de laatste tijd een grotere belangstelling te consta
teren voor het vraagstuk van de modernisering van kadastrale
boekhoudingen. De boven dit artikel staande litteratuuropgave
(die niet volledig is) bewijst het. Zij wijst tevens de richting waarin
men de oplossing van dit vraagstuk zoekt: toepassing van pons
kaarten. Dat ook elders voor deze toepassing in kadastrale boek
houdingen interesse bestaat wordt aangetoond door de eerste
opgave uit de rubriek „Bibliografie" in het reeds vermelde jubi
leumnummer van K. en L. (1959, nr. 5, blz. 298)Kadaster. Pons
kaartenmachines. De opgave betreft een Pools artikel van T.
Bychawski: „De strijd om een nieuw kadaster", dat dezelfde
problemen blijkt te behandelen als waartoe ondergetekende in het
volgende een inleiding tracht te geven.
In K. en L. 1959, nr. 4, blz. 202 vinden we tenslotte het bericht
dat Prof. ir. G. F. Witt door de Staatssecretaris van Financiën is
uitgenodigd zijn medewerking te verlenen aan de toepassing van het
ponskaartensysteem voor de verwerking van de gegevens voor de
ruilverkaveling „Broekhuizen". Daar ik in ruilverkavelingszaken
niet thuis ben en het onjuist acht het veld van onderzoek van Prof.
Witt te betreden, zal ik niet spreken over de toepassing van pons
kaarten op zijn gebied. Hierover bestaan namelijk ook reeds pu-
blikaties: een boekje en een artikel in het Z.f.V. van A. Stegmann.
In de loop van mijn betoog zal blijken waarom toepassing van
ponskaarten voor een ruilverkavelingsadministratie eerder voor de
hand ligt, dan bij een kadastrale boekhouding.
In het artikel zal enige malen het formaat van bepaalde kaarten
en formulieren ter sprake komen. De aanduiding zal die van norm
blad N 381 zijn en wel: