143
A 3. 297 X 420 mm
A 4. 210 X 297 mm
A 5. 148 X 210 mm
A 6. 105 X 148 mm.
Elk volgend formaat heeft de halve oppervlakte van het voor
gaande en is er tevens gelijkvormig aan, daardoor staat de breedte
tot de lengte als 1 \][2.
Waarom ponskaarten
Een boekhouding als de kadastrale bevat over bepaalde een
heden, t.w. kadastrale percelen, een aantal gegevens. Van deze
gegevens wil men voor allerlei doeleinden gebruik kunnen maken.
Daartoe moet men de gegevens op een bepaalde wijze rangschikken.
Men wil bijv. weten welke percelen één eigenaar bezit, of welke
percelen aan een bepaalde straat liggen, of hoeveel percelen van een
bepaalde cultuur (bouwland, weiland, bos enz.) er in een gemeente
voorkomen, e.d. Men heeft bij het Nederlandse Kadaster één voor
de hand liggende rangschikking gekozen, die per eigenaar. In be
ginsel behoort bij iedere eigenaar één artikel in de legger, waarop de
aan die eigenaar behorende percelen staan geboekt. Dat de toestand
in feite ingewikkelder is, is mij natuurlijk bekend. Dat doet echter
aan mijn betoog niets af. Ik spreek gemakshalve over hen die
in het hoofd van de leggerartikelen zijn geboekt, slechts als „eige
naren". Kent men de naam van de eigenaar, en weet men welk
leggerartikel bij die naam behoort, dan ziet men in één oogopslag
alle percelen die betrokkene bezit. Maar de legger bevat meer dan
alleen perceelnummers en namen van eigenaars. Bijv. de cultuur
(soort van eigendom) en nog meer gegevens. Wil men nu weten
hoeveel bos er in een gemeente voorkomt, dan kan men niet anders
doen dan de legger doorbladeren en het gezochte stuk voor stuk
noteren. Dat is moeizaam werk, waarbij men altijd wel iets over
het hoofd ziet, en het wijst meteen, waarin de moeilijkheid zit: ons
systeem is ééndimensionaal. Er is slechts één ingang mogelijk, naar
één gegeven: de naam van de eigenaar. En dan nog niet eens
rechtstreeks, maar via een omweg: de algemene naamwijzer. Stelt
men zich de omgekeerde vraag: welke eigenaar behoort bij een
bepaald perceel, dus op welk leggerartikel is het gezochte perceel
te vinden, dan gaat dat vlug genoeg, maar alweer via een omweg:
het register 71.
Zou men de legger losbladig maken, dus voor elk leggerartikel
een blad (kaart), dan kan men de artikelen, zoals nu, in numerieke
volgorde laten staan, men kan ze ook anders, alfabetisch op de
namen der eigenaars, rangschikken. Joosten gebruikt de eerste
rangschikking voor zijn zg. totaalkaarten en de tweede voor zijn
artikelkaarten.
Gaan we, in overeenstemming met Joosten, nog een stap verder
en voeren we ook voor elk perceel een kaart in (perceelkaarten)
dan kan men nog gemakkelijker bepaalde gewenste rangschikkingen