bewerkstelligen. Men kan de kaarten per eigenaar groeperen, zoals Joosten doet, door ze achter de artikelkaart te zetten, maar men kan bijv. ook naar cultuur sorteren, of naar ligging (alle percelen aan één straat, gemakkelijk bij onteigeningen voor wegverbredingen)Beschouwen we de rangschikking per eigenaar als de normale, dan moeten we de kaarten, na groepering naar een ander gegeven, opnieuw naar eigenaar sorteren. Hoewel ons systeem veel soepeler is geworden, is de ééndimensionaliteit in beginsel niet opgeheven. Een analoog probleem bestaat in bibliotheken en documentatieinstituten. Daar registreert men geen percelen, maar boeken en tijdschriftartikelen. De belangrijkste gegevens zijn: schrijver, titel en inhoud. En omdat de publikaties zowel op schrijver als naar hun inhoud worden gezocht, heeft men de oplossing in dit geval gevonden in verdubbelingmen legt twee stellen kaarten aan, één voor de schrijvers- en één voor de inhoudscatalogus. Daar de inhoud vaak nog op twee manieren verwerkt wordt, via een tref woord of systematisch via een schema, treedt nogmaals verdubbe ling op, zodat we drie stellen kaarten krijgen. En daar er boeken zijn met twee of meer schrijvers, of waarin twee of meer onderwerpen worden behandeld, treden binnen het kader van elk stel kaarten nog incidentele verdubbelingen op. Dit is doeltreffend, maar omslachtig. Bovendien is nog niet elke gewenste groepering mogelijk gemaakt. Wie wil weten hoeveel Engelse boeken de verzameling bevat, of alle artikelen over één onderwerp uit één of meer tijdschriften uit een bepaald jaar bijeen wil zien, moet toch weer gaan bladeren. Er zit in de gekozen oplossing veel dubbel werk: elke kaart uit één der genoemde verzamelingen bevat dezelfde gegevens als schrijver en titel. In onze kadastrale boekhouding zien we iets dergelijks. Een leggerartikel draagt een nummer en bevat naam en adres van de eigenaar, perceelnummers, oppervlakte enz. Het register 71 bevat ook weer perceelnummers, artikelnummers en grootten, de algemene naamwijzer namen, adressen en artikel nummers. Mutaties in één gegeven dat op verschillende plaatsen voorkomt, moeten op al die plaatsen worden aangebracht. Hoewel het bibliotheekvoorbeeld aantoonde dat we door meer stellen registers te maken het aantal „dimensies" kunnen uitbreiden van één tot twee of drie, blijven we in onze groeperingsmogelijk heden beperkt. De ponskaart betekent de overwinning van deze moeilijkheid. Ponskaarten stellen ons in staat met één stel kaarten te volstaan en toch veeldimensionaal te zijn wat het aantal mogelijk heden tot groeperen betreft. Soorten van ponskaarten Een helder overzicht geeft Draheim in de V.R. 1957, nr. 7, blz. 237. Er bestaan twee soorten, die de Duitsers onderscheiden als „Handlochkarten" en „Maschinenlochkarten". Vroeger sprak men ook wel van „randponskaarten" en „veldponskaarten", omdat bij de ene soort slechts aan de rand (en), bij de andere over de gehele 144

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 18