van het aantal rijen schept bij deze kaarten de mogelijkheid (die
inkepingsponskaarten niet hebben) het aantal sleuven, dus het aan
tal op te nemen gegevens, te vergroten, waarmee de selectiviteit
stijgt. Tevens kan (net als bij inkepingsponskaarten) ook nog
van verkorte sleutels gebruik worden gemaakt. De sleufponskaart
biedt dus inderdaad veel meer mogelijkheden dan de inkepings
ponskaart. Draheim prefereert dan ook de eerste. Hij maakt de
opmerking dat, met meer rijen en verkorte sleutels,vooral bij het
opnemen van zeer veel gegevens, „Vollselektion gewaarborgd
wordt, mits de gegevens niet behoeven te worden verkort, zoals
bij namen, maar dat dat ingewikkelde schema's en veel naalden
vergt. Daardoor gaat veel van het voordeel der „Vollselektion"
weer verloren. Hij beveelt daarom aan met wat minder genoegen
te nemen en mechanisch alleen grof te selecteren. De rest wordt
dan met de hand gedaan, door uit de grof geselecteerde groep de
gezochte exemplaren eenvoudig uit te zoeken. Men vergete niet dat
bij dit soort kaarten de „Klartext", dus elk gegeven, op de kaart is
geschreven, getikt of gedrukt. „Der Arbeitsaufwand für eine
gut abgestimmte Grob- und Feinsortierung ist meistens geringer
als eine mit übermassigen Verschlüsselungsaufwand erzielte Voll
selektion, weil komplizierte Schlüssel auch sehr viele Nadeln zur
Selektion erforderlich machen" (blz. 10).
Een analoge opmerking zou ik willen maken naar aanleiding van
Draheims streven met slechts één „Liegenschaftskartei te willen
volstaan. M.i. legt hij teveel de nadruk op het bezwaar dat anders
hetzelfde gegeven op meer plaatsen moet worden aangebracht.
Maar het is ook wel eens een voordeel dat men het op meer plaatsen
vinden kan, al moeten dan ook op al die plaatsen eventuele mutaties
in de opgenomen gegevens worden aangebracht, wat het ge
vaar met zich meebrengt dat dat op enkele dier plaatsen wordt ver
zuimd. Maar anderzijds moet men bij aanwezigheid van slechts
één kaart voor elk element, waar dan alle gegevens op staan, vaak
verwijzen, of de verzameling steeds opnieuw hergroeperen. Het is
net als met de „Vollselektion" een kwestie van economie. Dat
geldt ook voor het opbergen der kaarten. Men kan ze geheel onge
ordend bewaren en bij behoefte naar één of meer gegevens selecteren
en groeperen. Maar verstandiger is het ze alvast naar één gezichts
punt te ordenen (bijv. op de naam van de eigenaar, of het perceel
nummer) en alleen voor bepaalde doeleinden (statistische opgaven!)
ze naar andere gezichtspunten te sorteren. Doet men dit, dan is
het strikt genomen niet nodig het gegeven waarnaar de verzameling
geordend is (i.e. naam van de eigenaar, nummer van het perceel)
toch ook nog door sleuven weer te geven. Maar praktisch is het
wel, omdat men zodoende een wapen heeft tegen het door tegen
standers van kaartsystemen veel geduchte gevaar van „wegraken
Echt ,,weg"raken van een kaart gebeurt zelden. Maar verkeerd
opbergen komt uiteraard wel eens voor. Dank zij de aangebrachte
sleuven, en met behulp van de selecteernaalden, kan het verloren
i5i