schaap terecht gebracht worden, net als in de algemene naamwijzer
verkeerd weggezette kaarten, met behulp van de in de bovenrand
aangebrachte één of twee inkepingen, kunnen worden opgespoord.
Ook zijn de sleuven gemakkelijk om de naar één gezichtspunt
geordende verzameling, als men deze voor één of ander statistisch
doel naar (een) ander(e) gezichtspunt (en) anders heeft gegroepeerd,
weer in de oorspronkelijke rangschikking te krijgen. Ook hierbij
is het weer een kwestie van economie of men veel gegevens wil
opnemen om elke eventuele groepering (statistieken!) mogelijk
te maken, wat echter veel extra-werk met zich meebrengt (veel
gegevens betekent ook veel mogelijke mutaties) of dat men er de
voorkeur aan geeft, om ook hier met minder genoegen te nemen
en in voorkomende gevallen de verzameling, al noterend, door te
werken. Het risico dat men hierbij een enkele keer een te noteren
gegeven over het hoofd ziet, moet men dan op de koop toe nemen.
Bij grote aantallen is dat waarschijnlijk niet zo erg. Overigens is
dat met de hand doorwerken weer ééndimensionaal. Het tegelijk
moeten letten op twee of meer gegevens is vrijwel ondoenlijk. Langs
mechanische weg zijn echter sorteringen ook naar de ingewikkeldste
combinaties van gegevens, steeds foutloos mogelijk.
Draheim ziet kans alle „Katasterangaben" van een perceel op
een kaart A5 te tikken, en te „Verschlüsseln" met 3 rijen (van
34 gaatjes) aan de boven- en 4 rijen aan de onderrand. Hij geeft
ook nog een voorbeeld van een kaart A4 met één rij gaatjes aan
de boven-, en vier aan de onderkant (49 gaatjes). Deze kaarten
moeten echter, in tegenstelling tot de zoeven genoemde kaarten
A5, geordend (per eigenaar) worden opgeborgen. Hiermee sluiten
we aan bij de ideeën van Joosten, die immers ook per eigenaar ge
groepeerde perceelkaarten wil invoeren. Hij acht echter tevens
verzamelkaarten (artikelkaart en totaalkaart) nodig. De totaal-
kaart zou de huidige kaart Kad. nr. 93 vervangen, en in numerieke
volgorde der artikelen, per gemeente worden opgeborgen. Op de
artikelkaart (die dus het huidige leggerartikel vervangt) komen alle
percelen voor toebehorend aan één eigenaar, binnen het rayon van
de bewaring. Voor zover een eigenaar dus onroerende goederen in
méér dan één gemeente binnen het rayon van een hypotheekbe-
waring bezit, worden dus meer leggerartikelen dan thans tot één
artikelkaart verenigd. De artikelkaarten worden alfabetisch op de
eigenaren gerangschikt. De algemene naamwijzer kan daardoor
vervallen. De bijbehorende perceelkaarten komen achter de artikel
kaart te staan. De totaal- en de artikelkaarten behoeven maar een
beperkt aantal gegevens te bevatten. De perceelkaarten zouden
veel meer kunnen bevatten, dan de legger nu voor elk perceel
vermeldt. Bijv. over pacht, samenstelling van de grond e.d. Van
Riessen dringt voortdurend aan op het opnemen van meer ge
gevens in de legger (zie bijv. K. en L. 1959, nr. 5, blz. 256).
Het belang van de besproken methode ligt m.i. in de mogelijk
heid de kaarten die Joosten wil invoeren, als ponskaarten, en wel
152