155 maken. Als het gelukt de ruilverkavelingsboekhouding zo te mechaniseren dat ook de kadastrale gegevens die aan het eind resulteren langs mechanische weg konden worden opgesteld, dan zou het m.i. aanbeveling verdienen de werkwijzen van de ruilver- kavelingsdienst en van de kadastrale dienst (boekhouding) op elkaar af te stemmen. In Hessen (litteratuurlijst nr. 7) worden nieuwe „Katasterbücher" in de regel slechts via een ruilverkaveling opgesteld: „(in Hessen) wird in der Regel eine Neuaufstellung von Katasterbüchern nur durch die Übernahme von Flurbe- reinigungsergebnissen ausgelöst. Hierbei. bietet sich die Anwen- dung des Lochkartenverfahrens geradezu an, da neuerdings in Hessen die Ergebnisse der Flurbereinigungen in Lochkarten nieder- gelegt werden" (blz. 5). Daar machines echter kostbaar zijn en dus óf ruime investeringen óf grote huurbedragen vergen, kan men er alleen voldoende van profiteren als ze volop in bedrijf blijven. Men moet dan echter ook de methode van boekhouding critisch bekijken:,,. einen optimalen Wirkungsgrad wird man aber nur dann herausholen, wenn die Aufgabe auch den Leistungsfahigkeiten der Maschinen wirklich angepasst wird. Dies ist bei den bisherigen Versuchen im Vermessungswesen wohl noch nicht in ausreichendem Masse geschehen. Mann sollte sich nicht damit begnügen, die bis herigen Arbeitsablaufe vollig unverandert beizubehalten und nur durch formale Anderungen, wie z.B. die Umsetzung von Klartextan- gaben in Schlüsselzahlen, den Maschinen schmackhaft zu machen, sondern sich durch die Eigenschaften der Maschinen dazu anregen lassen, zu überprüfen, ob sich nicht nur der Arbeitsablauf, son dern auch das zugrunde liegende Verfahren selbst rationalisieren lasst" (nr. 3, blz. 290). Hierbij moet toch nog iets anders worden bedacht. Men moet niet alleen aan het heden, maar ook aan de toekomst denken. Gesteld dat men tot de slotsom zou komen, dat aan de eisen die thans aan de boekhouding worden gesteld tóch goedkoper met handsortering (al of niet met behulp van handponskaarten) kan worden voldaan, dan met ponskaartenmachines. Het is mogelijk, en zelfs waarschijn lijk dat in de toekomst het beroep op de boekhouding breder, en de eisen hoger zullen worden. Het lijkt mij waarschijnlijk dat zoiets met machines minder extra zal kosten, dan met handsor tering. Met andere woorden de kosten van handsortering lijken mij min of meer evenredig met het aantal te verrichten handelingen. Hoe meer men vraagt, hoe meer handelingen er verricht moeten worden, hoe hoger de kosten: meer personeel bijv. Maar machines kunnen waarschijnlijk zonder veel extra-investering meer ver richten dan op een bepaald moment van hen gevraagd wordt. Ook dit probleem verdient zorgvuldige bestudering. Met het kostenprobleem hangt samen de omstandigheid dat de ponskaartenmachines waarschijnlijk alleen op één centrale plaats lonend in bedrijf kunnen blijven. Ik sluit hierbij aan op enkele reeds eerder gemaakte opmerkingen. We kennen hetzelfde ver-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 29