I59
dat de handponskaart in dit opzicht superieur is aan de machine
ponskaart (zie de reeds geciteerde woorden uit publ. 3, blz. 291).
De collator („Kartenmischer") voegt twee stellen kaarten die
naar één gezichtspunt, bijv. het perceelnummer, zijn gerangschikt,
tot één stel tezamen. Dit zou natuurlijk ook met de sorteermachine
kunnen gebeuren. De collator doet het vlugger. Men heeft deze
machine nodig om nieuwe kaarten in een reeds aanwezige collectie
opgenomen te krijgen. Men denke bijv. aan nieuwe kaarten van
percelen waarin veranderingen zijn opgetreden, of nieuwe perceel-
kaarten na een ruilverkaveling e.d.
De belangrijkste machine is de administratiemachine („Tabellier-
maschine"). De IBM noemt het werk van deze machine „lijsten".
„Lijsten is het regel voor regel afdrukken van de gegevens van
iedere kaart op een lijst of formulier. Deze bewerking wordt ge
bruikt om overzichten samen te stellen. Gedurende de afdrukbe-
werking kunnen bijv. hoeveelheden en bedragen opgeteld, of afge
trokken, horizontaal geteld, of afgetrokken worden en kunnen
verschillende totalen worden afgedrukt" (IBM-administratie, blz.
20). Het is duidelijk dat deze machine voor ons van belang is bij het
maken van overzichten in de ruilverkavelingsadministratie, of het
eventueel aanleggen van artikel- en totaalkaarten, als de perceel-
kaarten als ponskaarten zouden zijn uitgevoerd. De capaciteit is
volgens Höllrigl 4000 a 5000 per uur. Verder zijn nog nodig de
reproduceermachine („Kartendoppler") en de vertolker („Loch-
schriftübersetzer"). De reproduceermachine maakt, voorzien van
een stel reeds geponste kaarten, een tweede of derde stel, waarin
alle, of een deel der, gegevens uit het eerste stel opnieuw zijn ge
ponst. Ook is het mogelijk met één moederkaart een willekeurig
aantal identieke kaarten te maken. Deze bewerkingen kunnen
gecombineerd worden met het ponsen zelf, al of niet met mark-
sensing. De kaarten die uit de reproduceermachine komen, be
vatten wel ponsingen, maar geen gegevens in letters en cijfers.
De „vertolker" drukt de geponste gegevens leesbaar op de kaarten
af. De tekst kan zo verdeeld worden dat ze precies tussen de rijen
valt, en dus niet door ponsingen wordt onderbroken. Maximaal
kunnen 18 regels tekst worden afgedrukt. Per uur kunnen 6000
kaarten elk van één regel tekst worden voorzien.
De ponskaartenadministratie bij het Oostenrijks Kadaster (litte
ratuurlijst nrs. 5 en 6).
In Oostenrijk en in Duitsland bestaan naast elkaar een kadas
trale en een grondboekadministratie, die blijkbaar onafhankelijk
van elkaar worden bijgehouden. Wel bestaan er over en weer ver
wijzingen. Dat bleek reeds bij de bespreking van Draheims bro
chure over „Randlochkarten". Schrijver vermeldde in zijn op
somming der kadastrale registers ook een „Grundbuchverzeichnis",
schakel tussen kadaster en grondboek, dat hij echter verder buiten
beschouwing liet. In Oostenrijk heet dat register „Liegenschafts-