rói rijk werkt men blijkbaar met een soort indices. Perceel 1296 wordt perceel 1296/1, 1296/2 enz. Tot de oorlog en nog korte tijd daarna was het mogelijk de bij houding in september, hoogstens in oktober of november, af te sluiten. Door de economische opbloei der laatste jaren en de daar mee samenhangende grote bouwbedrijvigheid is dat thans niet meer mogelijk. Een steeds groeiende achterstand was het gevolg. „Die jahrliche Arbeitsaufgabe der Vermessungsamter ist seit 1948 der- art sprunghaft angestiegen, dass sie trotz einer gewissen Per- sonalvermehrung nicht mehr so rechtzeitig bewaltigt werden konnte, wie es im Sinne eines geregelten Dienstbetriebes notwendig ware und von allen Stellen, welche an dem neuesten Stand des Katasters interessiert sind also vor allem auch der Bevölkerung mit Recht gefordert werden darf. Da sich diese Schwierigkeiten auch durch weitere Personalvermehrungen in absehbarer Zeit nicht restlos beseitigen lassen werden, dürfte nur eine Vereinfachung der Durchführungsmethode oder eine ganzliche Umstellung des Schrift- operates Erfolg versprechen" (nr. 5, blz. 66). Men is daarop gaan onderzoeken, hoe de omwerking der registers tot stand zou kunnen worden gebracht. De conclusie was, dat men tot mechanisering van de boekhouding moest overgaan. Voor ieder Grundstück werd een „Grundkarte" ingevoerd. Een Grundkarte is een IBM-ponskaart waarop de gegevens van het Grundstück in ponsingen zijn weergegeven. Dit zijn meestal cijfercombinaties (perceelnummers, grootten e.d.). Voorzover het woorden zijn, worden ze „verschlüsselt" (naam der gemeente, cultuur enz.). Met behulp van de „Grundkarten" kunnen bepaalde delen van het „Schriftoperat" langs mechanische weg worden opgesteld, t.w. 1. Grundstückverzeichnis, 2. Kulturflachenausweis, 3. Grundbe- sitzbogen. Een „leggerartikel" in Oostenrijk bestaat uit twee stukken, de eigenlijke Grundbesitzbogen en het titelblad, dat in de plaats treedt van ons leggerhoofd. Alleen het eerste stuk komt voor machinale opstelling in aanmerking, het tweede stuk wordt met de pen, of de schrijfmachine, ingevuld. Ook de naamlijst wordt op deze wijze aangelegd. Alle formulieren hebben het for maat A 4 (nr. 5, blz. 72). Dat gaf een grote ruimtebesparing. Tot voor de invoering der nieuwe formulieren hadden Grundstück verzeichnis en Grundbesitzbogen het formaat 38 X 25 cm. Er konden 15 percelen per blad worden genoteerd. Thans is het for maat 30 X 21 cm, en er kunnen 40 percelen per kaart worden op genomen. Men heeft de indeling der formulieren niet gewijzigd. Bewust heeft men afgezien van de mogelijkheid eventuele princi piële veranderingen aan te brengen, omdat men daarvan grote psychologische weerstanden bij publiek en personeel vreesde (nr. 5, blz. 78). De werkwijze is nu als volgt. Men legt met behulp van de be staande Grundstückverzeichnisse met de ponsmachine (en de con troleponsmachine) van elk Grundstück een ponskaart aan. Met de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 35