IÖ3
van proef toegepast voor de gemeente Senning (district Korneu-
burg bij Stockerau, even ten n.w. van Wenen aan de Donau). In
juli 1956 volgden nog 45 gemeenten met 150.000 percelen. Tot
november 1958 waren de kadastrale registers van 226 gemeenten
met 600.000 percelen omgewerkt. Er zijn in het geheel 7865
(kadastrale) gemeenten in Oostenrijk met 11,5 miljoen percelen.
Eind 1959 moest het „Vermessungsbezirk" Wenen geheel op pons
kaarten overgeschakeld zijn. Zestig van de zeventig kadaster
kantoren zullen dan over een „Lochkartenoperat" beschikken, zij
het niet voor alle gemeenten binnen hun ressort. Men heeft be
rekend dat voor de 11,5 miljoen percelen, ongeveer 12 miljoen
ponskaarten nodig zullen zijn (sommige percelen vereisen twee
kaarten) en dat met de volledige omschakeling 12 a 15 jaar ge
moeid zullen wezen. Per jaar komen 500-000 veranderingen door
meting tot stand en 300.000 door Gerichtsbeschlüsse. Van deze
300.000 moet bij 150.000 toch nog gemeten worden, zodat per jaar
ongeveer 650.000 nieuwe ponskaarten moeten worden aangelegd.
De overige 150.000 mutaties kunnen met de pen of schrijfmachine
op de kadasterkantoren zelf worden aangebracht. Eén „pons
meisje" (Locherin) kan, volgens de schrijver, 90.000 a 100.000 pons
kaarten per jaar verwerken. Voor alle mutaties zijn er dus onge
veer 7 nodig. Het beheer van de centrale cartotheek vereist 12
krachten. Totaal dus ongeveer 20. De huur der machines bedraagt
1000 a 1200 dollar per maand, dat is dus ongeveer fl. 48.000 per
jaar. Met de aanschaffingskosten der kaarten (0,8 ct per stuk),
de kosten van verdere formulieren enz. komen de totale kosten op
fl. 75.000 a fl. 80.000 per jaar. Om het volle profijt van de mecha
nisering te trekken, moet de omschakeling eerst geheel voltooid
zijn. In de daarvoor nodige tijd van 12 a 15 jaar, zullen 8 a 10
ponsmeisjes extra nodig wezen. Men kan, na voltooiing, echter
2 a 3 maal zoveel mutaties verwerken als thans (inhalen van de
achterstand!). Schrijver berekent tenslotte dat de opstelling der
registers volgens de oude methode S 4.60 per perceel kost (70 ct),
terwijl dat met ponskaarten S 1.05 vergt (16 ct), ongeveer 1/4 dus
(nr. 6, blz. 414). De hele omschakeling zal ongeveer 12,5 miljoen
Schilling kosten (fl. 1.900.000). Daar er echter in de omschakelings
periode ook nog ruilverkavelingen uitgevoerd worden, als resultaat
waarvan tóch nieuwe registers aangelegd moeten worden, zullen de
feitelijke omschakelingskosten slechts 7,5 miljoen Schilling be
dragen (fl. 1.100.000). Thans worden nog geen maximale prestaties
geleverd. Ten eerste heeft het personeel een zekere „aanlooptijd"
nodig, en ten tweede komen nu beide administraties hier en daar nog
naast elkaar voor, wat van het personeel een voortdurend zich om
schakelen vraagt. „Die Leistung wird anfanglich geringer sein, wird
aber in zirka 3 Jahren zur vollen Ausschöpfung der Möglichkeiten
ansteigen. Dabei ist zu bedenken dass auch die maschinelle Fort-
führung dieser Operate mit der Zahl der bereits angelegten Ge-
meinden von Jahr zu Jahr anwachst" (Widmung des oesterreichi-